
Wie ben ik? – Daar valt van alles over te zeggen natuurlijk. En mensen – ook dominees – zijn zelden helemaal eerlijk als ze over zichzelf spreken… Ook onszelf kennen wij maar ten dele. Ik ben zeer gehecht aan een Bijbelwoord als Kolossenzen 3: 3 – ‘je leven is met Christus verborgen in God’. Wie je werkelijk bent is een genade-geheim dat Hij nog moet onthullen. Gekend zijn is meer dan kennen!
Dat gezegd hebbend, ik ben van 1961. Met mijn geboorte zette een zeer strenge winter in… Ik ben vernoemd naar mijn vader en mijn overgrootvader Cornelis Wouter, maar wordt eenvoudig geroepen als Kees (met een k!). Met Ouddorp erbij heb ik achtereenvolgens in 14 plaatsen gewoond en ben nog meer verhuisd. Maar ik beschouw me als een Nijkerker, omdat ik daar mijn jeugd doorbracht. Ik ben opgegroeid in een liefhebbend, traditioneel-Gereformeerd gezin: twee keer naar de kerk gaan op zondag was vanzelfsprekend. Mijn vader was voor ons gevoel altijd ouderling. De toewijding daarachter en het geloof daarin ben ik pas later echt gaan begrijpen.
Ik ging naar het Guido de Brès in Amersfoort, een stevig (vrijgemaakt) Gereformeerd Gymnasium, waar ik goede herinneringen aan bewaar, hoewel ik de enige synodaal was… Het was ook een periode van veel discussies, adolescente melancholie, intellectuele geloofstwijfels en gekibbel met mijn rechtlijnige vader.
“There is a crack in everything, that’s how the light gets in.”
– Leonard Cohen
Hoe bedreigend scheuren en schaduwen in je ziel ook kunnen zijn, van mijn held Leonard Cohen leerde ik dat juist daar Gods genade-licht kan binnen komen! Meerdere ervaringen maakten dat ik toch tamelijk abrupt koos voor geloofsbelijdenis, in de Kruiskerk te Nijkerk. Wat doorzwaaiend besloot ik ook maar theologie te gaan studeren, om geloof meer te doordenken. Dus ging ik naar de Theologische Hogeschool van de Gereformeerde Kerken in Kampen. Aan die periode bewaar ik gemengde herinneringen: het was weinig vroom en nogal Schriftkritisch. Dat was vaak nogal zwaar. Anderzijds: juist in de confrontatie met het klimaat aldaar ben ik veel orthodoxer geworden en heb een liefde ontwikkeld voor de Gereformeerde religie: vertrouwen op het Woord, omwille van het Levende Woord Jezus Christus, de gekruisigde en opgestane Heer. En dat niet als dode leer, maar als levende dankzegging. Dus heb ik theologie gestudeerd, maar het geloof behouden. Twijfelend of ik wel geschikt was voor predikant, heb ik de HERE op een gegeven moment beloofd het te zullen doen als Hij me door een gemeente zou roepen. Toen stonden de ouderlingen van het Groningse Midwolda op de stoep… En sindsdien is dat roepen gebleven, ook al zijn er altijd weer twijfels.
Hoewel ik vrees enigszins eenzelvig te zijn, heeft God mij totaal verrast met de genadegave van een mooi gezin: mijn vrouw Marjan en de kinderen Gerjanne en Gijsbert. Allebei sinds enkele jaren de deur uit en dat vond ik niet makkelijk.
Ik mag (uiteraard) graag lezen: theologie, geschiedenis, romans, thrillers, gedichten. Ik ben dol op muziek: van polyfone Middeleeuwse kerkmuziek tot en met Bruce Springsteen. Daarnaast ben ik een groot liefhebber van films: een goede film trekt je door beelden, woorden, muziek midden in het verhaal van het leven. Voorbeelden vindt u elders op dit blog!

Verder mag ik erg graag wandelen in berggebied: ‘Rivieren klappen in de handen en bergen jubelen het uit!’ Voor mijn besef wandel je daar bijna letterlijk voor Gods aangezicht. Wij hebben een grote voorliefde voor Italië en Oostenrijk.
Tenslotte heb ik tot mijn 45e gevoetbald als ouderwetse rechtsachter: man uitschakelen, bal afpakken en inleveren bij iemand die ècht kon voetballen… Tegenwoordig houd ik het op hardlopen en wat fitness. Dat hield de laatste maanden niet over, dus ik zal weer aan de conditie moeten werken. U zult mij over de dijk of langs het strand zien hobbelen!
Wie is die dominee? – Dominee is ergens natuurlijk een raar woord, dat niet veel meer betekent dan meneer. Ik geef de voorkeur aan predikant, maar dominee klinkt dorpser en gezelliger. Hierboven gaf ik al aan hoe ik het geworden ben: hoe vroom dat ook klinken mag, het was roeping – en dat is ook zo gebleven. Maar hoe moet je nu in deze tijd dominee, predikant, dienaar van het Woord zijn? Dat leer je eigenlijk niet in de opleiding, maar in de gemeenten zelf. Toch is een opmerking in de opleiding me altijd bijgebleven, niet eens van een hoogleraar, maar van een student-assistent (later predikant in Scharendijke, aan de overkant). Hij schreef op het bord de simpele woorden: ‘Een goed predikant houdt van de Here Jezus, van Gods Woord en van de gemeente’. Het leverde hoon op in de collegezaal als zijnde te ouderwets. Maar zo is het wel! Abr. Kuijper schreef over de prediking iets als: je kunt alleen maar preken in je eigen gemeente, waar je de mensen kent, en je kunt alleen maar op de kansel staan, als je daar staat met je Heiland.
Prediking is een vorm van pastoraat, als het goed is. En pastoraat is met de mensen, oud en jong, oplopen in de Naam van Jezus Christus. Dat wil ik graag doen en ervaar ik als een voorrecht. Al zeg ik er maar eerlijk bij dat het vandaag ingewikkelder is dan vroeger. Hoe spreek je geloofwaardig over God in een god-loze cultuur? Hoe kun je mensen in deze complexe samenleving in Gods Naam echt nabij zijn en verder helpen met woorden die ertoe doen. Vroeger had je gewoon de kerk en de dominee en daar gingen de mensen trouw naar toe en ze namen wat je zei nog loyaal aan ook… Die tijd is voorbij, ook daar waar ze nog niet voorbij lijkt. Dat maakt dat ambt van predikant vandaag bepaald zwaarder. We moeten goed nadenken over hoe we de HERE en Zijn Woord dienen. Maar dat was natuurlijk altijd al de opdracht. Ik val altijd terug op woorden van de dichter Roland Holst (al bedoelde hij het heel anders):
‘Ik vraag geen oogst; ik heb geen schuren,
ik sta in uwen dienst zonder bezit.
Maar ik ben rijk in dit:
dat ik den ploeg van uw woord mag besturen (…)Ik zal de halmen niet meer zien
noch binden ooit de volle schoven, maar doe mij in den oogst gelooven waarvoor ik dien…Opdat, nog in de laatste voor,
Uit: De Ploeger
ik weten mag dat mij uw doel verkoor
te zijn een ernstig ploeger op de landen
van een te worden schoonheid.
Dat spreekt me wel aan: een ernstig ploeger zijn op de landen van een te worden schoonheid.
Dominee op Goeree? – Het eiland is ons zeker niet onbekend. Als gezin kwamen we hier lange tijd elk jaar: ik was gastvoorganger in Ouddorp en Stellendam, en dan mochten wij een paar dagen verblijven in De Lichtboei, het huisje dat toen nog van de kerk was. Dus waren we al verliefd op het prachtige schurvelingenlandschap rond Ouddorp, wandelden we over het strand, wisten we wat een hameete was, fietsten door de duinen, gingen zwemmen in Stellendam, brood en kranten halen bij de diverse Akershoeken enz. Maar we hebben nooit gedacht hier nog eens te zullen wonen, geworteld als we waren in het midden, oosten en noorden van Nederland! En als gastpredikant ben je natuurlijk een voorbijganger: hier wonen en werken is heel anders dan vacantie vieren. Nu hopen we de mensen ècht te leren kennen. En hoewel we nu een flink eind bij onze dochter en de familie vandaan zitten blijft het natuurlijk een prachtige omgeving. Voordeel: we zullen niet verdwalen.
Intussen is het Eiland ook heel anders dan de vorige streken waar ik predikant was. Dat waren vaak nogal Gereformeerde dorpen, met als toppunt Bunschoten-Spakenburg waar dat 80% van de bevolking betrof. Voor het eerst komen we in een overwegend bevindelijk-Hervormde omgeving (al dan niet van Herstelde snit). De Gereformeerde Kerken op Goeree-Overflakkee zijn meestal de kleine kerken. De afgelopen 30 jaar lag de uitdaging qua kerkelijk contact doorgaans bij de Vrijgemaakt-Gereformeerde broeders en zusters – die heb je hier nauwelijks… Ik zal een andere kant uit moeten gaan kijken, maar dat is ook weer een uitdaging natuurlijk!

Het is me niet vreemd: mijn opa van moeders kant was een leven lang ouderling in een bevindelijke gemeente, las al de Oudvaders, en vond het maar niks dat een kleinzoon Gereformeerd predikant werd. Maar hij heeft me wel een stevig boek gegeven ‘ter leering en opscherping van je ziel’. Dus zal ik ook graag contact zoeken met die broeders en zusters. En dan heb je in Ouddorp een orthodoxe Doopsgezinde gemeente, uniek in Nederland! Temidden van al die kerken stellen we dan natuurlijk de vraag: wat is de identiteit van onze Gereformeerde Kerken hier? Wat mij betreft kunnen we eenvoudig aansluiten bij de Reformatie: Christus alleen, door genade alleen, door het Woord alleen, door genade alleen. Intussen moeten dat geen holle leuzen worden, maar hebben we dat te doordenken voor deze 21e eeuw. Uitdaging genoeg!