Uitgelicht

Rood-wit-blauw

O schitterende kleuren van Nederlands vlag! Dat leerden wij vroeger zingen op school, bv. voor Koninginne- en Bevrijdingsdag. Dat zal tegenwoordig vast wel te nationalistisch zijn… Nu beschouw ik mezelf niet als zo’n enorme nationalist, maar voel me toch sterk verbonden met Nederland en de Nederlandse geschiedenis. Kortom, ik ben eigenlijk wel trots op de Nederlandse vlag, die symbool staat voor dit land en z’n geschiedenis. Het raakt me altijd als ik op hoogtijdagen de vlag in top hijs en bij de combinatie Wilhelmus plus rood-wit-blauw sta ik ontroerd rechtop.

Vandaar dat ik inmiddels schoon genoeg heb van al die omgekeerde vlaggen, die nog altijd overal in ons land hangen. Goed, ik weet wel dat het oorspronkelijk een noodsignaal was, bestemd om te attenderen op boeren die in het nauw komen vanwege zwabberig overheidsbeleid rondom de stikstofproblematiek. En zo’n signaal is altijd beter dan het blokkeren van snelwegen of het agressief bejegenen van politici en ambtenaren… (Zie een eerdere blog: (Stik)stof tot nadenken) Maar na een half jaar blijft nu wat mij betreft vooral gebrek aan respect voor onze vlag over. Dus: ik heb alle sympathie voor de Nederlandse boeren, maar ik begin me flink te ergeren aan die omgekeerde vlaggen. Houd daar eens mee op! En wel om de volgende redenen:

1. Er zijn mensen gesneuveld voor alles waar deze vlag voor staat: ze zijn thuisgebracht en begraven, bedekt met de Nederlandse vlag. De omgekeerde vlag, die inmiddels geen noodsignaal meer is maar een soort container-protestsymbool, is een belediging voor onze militairen en veteranen.

2. De vlag staat symbool voor dat Nederland waar we trots op zijn. Dat omvat voor mij ook het landschap, de akkers en de weiden. Trots op de boer betekent dan ook dat je het Rood-wit-blauw laat wapperen.

    3. Komt nog bij dat ik momenteel overal door weer en wind half afgescheurde en loshangende vlaggen zie, vaak in flarden. Daar is engagement allang vervangen door ongeïnteresseerde onverschilligheid: laat maar hangen. Het is ook een overtreding voor de landelijke regels voor het omgaan met de vlag, die vragen om enige eerbied voor het symbool.

    4. Het hoeft ook niet! Heel wat boeren en sympathisanten hebben al gekozen voor een Trots op de boer – vlag of desnoods een alternatieve tekst. Daarmee geef je aan te beseffen dat je niet alles moet willen doen met de nationale vlag.

    5. Daar komt bij dat slimme boeren (en alle boeren zijn vandaag slim, omdat ze anders die inderdaad ontzettend ingewikkelde mest/fosfaat/stikstofregels nooit zouden kunnen hanteren) nu toch in de gaten hebben dat hun noodsignaal gekaapt wordt door groeperingen die onze vlag inmiddels puur hanteren als een opgeheven middelvinger naar elke overheid en naar iedereen die zoekt naar enige nuance in de ingewikkelde discussies van tegenwoordig. Types die op Prinsjesdag staan te schreeuwen en te vloeken naar de Koning. Die de omgekeerde vlag hanteren als symbool voor de meest absurde complottheorieën. Die gewone werknemers als ‘landverraders’ met de dood bedreigen als ze op snelwegen gestortte rotzooi moeten opruimen of omgekeerde vlaggen van publieke plaatsen (lantaarnpalen enz.) verwijderen. Een trotse boer beseft dat hij/zij daar niet bij wil horen!

      Kortom, hijs het Rood-wit-blauw om aan te geven dat je trots bent op je bedrijf en op je land. Laat de vlag ook het symbool zijn dat we in deze problematiek als land gezamenlijk een weg moeten zoeken, zoals indertijd met de Deltawerken. Attendeer met die vlag de regering erop dat ze met een Nationaal Plan moeten komen voor landbouw en veeteelt gecombineerd met zorg voor het milieu. En niet kunnen volstaan met verwijzingen naar de Europese regelgeving, die in een land als het onze eenvoudig niet altijd toepasbaar is.

      Excuses…

      De laatste weken keek ik met toenemende verbazing naar het Journaal. Eerst ging het er jaren over dat Nederland excuses moest maken voor de slavernij en slavenhandel in vroegere eeuwen. En toen dat eenmaal zover was, kwamen de excuses blijkbaar te vroeg, op de verkeerde plek en uit de mond van verkeerde mensen… Bijna moesten er weer excuses voor de excuses worden gemaakt. Kortom: spijt, excuus, schuldbelijdenis – dat zijn blijkbaar ingewikkelde woorden. Het lijkt niet eenvoudig om hiermee de juiste toon aan te slaan. Je wilt dingen recht zetten, maar irritatie ligt op de loer. Bij alle partijen… Terwijl schuldbelijdenis en vergeving – zo weten we toch als Christenen? – geweldige woorden zijn, die helen en bevrijden. In de kerk en in de wereld kunnen we niet zonder!

      Iedereen weet dat de slavernij een afschuwelijke misstand was (en is). Het idee dat je medemensen beschouwt als eigendom, die je kunt verhandelen en uitbuiten is te gruwelijk voor woorden. En het is overigens geen verleden tijd: vrouwenhandel, kinderarbeid, zelfs letterlijke slavernij – het komt nog altijd in onze wereld voor. Mensen kunnen onmenselijk zijn, zo weten we. En Nederland hoorde bepaald niet bij de eerste landen die de slavernij officieel afschaften: pas in 1863 was het officieel zo ver. Hoewel er in ons land altijd protesten zijn geweest tegen de misstand van de slavernij, had het economisch gewin vaak voorrang. Toen bv. de kerk in de 17e eeuw uitsprak dat Christenen geen slaven konden zijn, omzeilden onze – Christelijke! – kooplui dat dan maar door de zending voortaan op een laag pitje te zetten of zelfs tegen te werken… Handel en winst gingen – als zo vaak – voor beginselen.

      Waarom is het dan zo moeilijk om daar schuldbelijdenis voor te doen? Onze regering vermijdt dat woord zorgvuldig: dat zal alles te maken hebben met de uit Amerika overgekomen financiële claimcultuur die tegenwoordig helaas hoogtij viert. Zodra dat woord valt draven advocaten naar de rechter om voor allerlei benadeelden compensatie te eisen. Dat is in dit geval erg jammer, omdat dat een inhoudelijk gesprek over de zaak in de weg staat. Vandaar dat premier Rutte onlangs namens de Nederlandse staat excuses gemaakt voor de slavernij. Dat klinkt een stuk neutraler dan schuldbelijdenis. En je loopt geen risico op claims…

      Ik schat het enthousiasme van de gemiddelde Nederlander voor de nationale excuses intussen niet hoog in. De nogal absurde discussies rondom het uitspreken van die excuses hebben vrees ik averechts uitgewerkt. Dat komt ook omdat zelfs de goede bedoelingen van onze overheid in deze tijd op een flink portie wantrouwen van alle partijen schijnt te stuiten, althans in het publieke domein. (Ik hoop altijd maar dat de zwijgende meerderheid van de bevolking hierin een stuk redelijker is.) Daar komt dan bij dat soms mensen deels niet lijken te (willen) begrijpen dat excuses van de Nederlandse Staat niet betekenen dat ieder van ons persoonlijk schuld zou hebben aan de (gevolgen van de) slavernij. Het gaat om een historische verantwoordelijkheid. En tenslotte is er de wat mij betreft begrijpelijke ergernis over een sfeer van blamen en claimen die rondom deze nationale excuses gehoord wordt. Ook dat lijkt mij overigens om een minderheid van kleine actiegroepen te gaan, zoals zo vaak. Ik heb niet de indruk dat de grote meerderheid aan Surinamers en Caribische landgenoten zich erg druk maken om deze kwestie…

      Het zou immers zonde (!) zijn als alle gesteggel rond die excuses en alle irritatie over dat gesteggel een echte dialoog over de zaak zelf in de weg zouden staan. Het is immers helemaal niet verkeerd om dingen die fout zijn geweest in ons collectieve en persoonlijke verleden te benoemen. Daar worden mensen niet minder van. Het kan verhoudingen doen opklaren en wegen naar toekomst openen. Maar dan wel graag een open gesprek, dat niet doodloopt in het gretig aanwijzen van slachtoffers en daders anno nu. Dat laatste schiet niet op. En niemand schiet er ook echt mee op. Laat staan dat er heilloze discussies zouden ontstaan over financiële compensatie. Dan is het einde zoek. Ik bedoel maar: ik heb als predikant nog mensen gekend die ooit in diepe armoe zijn groot geworden in plaggenhutten in de Veenkoloniën… Einde 19e eeuw hadden veel uitgebuite landarbeiders en arbeiders in sloppenwijken het niet veel beter dan ooit elders op de plantages. Sommige van die regio’s in ons land staan qua welvaart nog steeds op achterstand in ons land. Moeten nazaten persoonlijk om compensatie vragen? Bij wie? Dan kunnen we beter gezamenlijk energie steken in infrastructuur en goed onderwijs voor iedereen.

      Excuses kunnen al gauw holle woorden zijn, als er geen echte dialoog op volgt. Zo van: dat hebben we gelukkig weer gehad. Dat risico lopen nu alle partijen in de discussies. Voor je het weet toeteren we alleen maar slogans tegen elkaar. Want bij voorbeeld: zijn excuses pas geldig als ze aanvaard worden? Is het mogelijk om excuses te eisen op jouw voorwaarden? Excuses zijn nooit verkeerd, maar hebben weinig impact als ze afgedwongen worden. Dat maakt een echt gesprek vrijwel onmogelijk. Laat staan dat het iets positiefs uitwerkt. Het is een groot risico vandaag-de-dag dat mensen hun identiteit vinden in slachtofferschap en dat laatste zelfs als een soort machtsmiddel hanteren. Daar is uiteindelijk niemand bij gebaat, vooral zijzelf niet. En het is ook veel te simpel om alle achterstand in de wereld en tekort in eigen leven te wijten aan historische misstanden en/of ontoereikend overheidsbeleid. En het is net zo simpel om je schouderophalend van het probleem af te maken: we hebben nu eenmaal een verantwoordelijkheid voor elkaar. Dat maakt ons tot mensen, schepselen Gods. En laat duidelijk zijn: het is een groot vergrijp jegens onze Schepper en Verlosser als mensen denken, leven en handelen alsof zij andere mensen in eigendom hebben. Dat is schuld. En dat is breder en gaat verder dan de slavernij in vroeger eeuwen.

      Ofwel, er is nu eenmaal schuld in de wereld. En het gaat meestal niet aan om daar alleen ‘de ander’ op aan te spreken: het zit dieper, zowel gezamenlijk als persoonlijk. Dat hebben we gezamenlijk te belijden en daar hebben we gezamenlijk aan te werken. Waarom gebruiken we elkaar, ontmenselijken we elkaar? Daarvoor hoeven we echt niet naar het verleden te kijken. Het is overal.

      In de Kerk hanteren we die bleke woorden als excuses liever niet. Als gezegd, wij krijgen vanuit het Evangelie hoge (en pijnlijke) woorden mee als schuldbelijdenis en schuldvergeving. We weten dat we vergeving nodig hebben. Dat de wereld een Redder nodig heeft. En juist Christenen weten ook dat zonde en schuld kunnen voortwoekeren in de wereld en in de tijd! Dat belijden we nota bene bij elke doop van een mensenkind. Kortom, we moeten ons niet makkelijk van dat soort vragen afmaken. Christus is naar deze wereld gekomen om ons te redden van onze zonden en leerde ons dagelijks te bidden om vergeving van onze schulden. Dat hebben we allemaal nodig, wat onze afkomst ook is.

      (Stik)stof tot nadenken

      Crisis Vroeger hoorde je nooit over stikstof: je ademde het gewoon voortdurend in… Nu hebben we het over een stikstofcrisis. Feitelijk een verkeerde naam, want de problemen zitten in stikstofverbindingen als stikstofoxide en ammoniak. En teveel van dat spul is niet goed voor het milieu, zorgt voor verzuring van de bodem en bedreiging van de bio-diversiteit. Daar moet je dus wat aan doen, want we moeten zuinig zijn op de Schepping (waar wij immers zelf deel van uitmaken). Tot zover is iedereen het wel eens. (Het is nogal onverstandig en onwijs om net te doen of er niets aan de hand is!) Overigens: de agrarische sector heeft de stikstofuitstoot de afgelopen 30 jaar met zo’n 60% weten te reduceren. Maar de laatste jaren stagneert dat. Laat dat zo zijn: de overheid heeft echter al die jaren niet uitgeblonken door duidelijk beleid, terwijl men nu opeens versneld hoge eisen gaat stellen, afgedwongen door gerechtelijke uitspraken die weer gebaseerd zijn op Europese wetgeving. En daar hebben we vervolgens de crisis: boze boeren voelen zich eenzijdig voor het blok gezet, demonstraties en blokkades, vlaggen op de kop enz. Eindeloze discussies in de (sociale) media en in de politiek. Groepen lijken inmiddels zo diametraal tegenover elkaar te staan dat een normaal gesprek al bijna onmogelijk lijkt te worden… Dat laatste vind ik erg en niet goed.

      Leve de boer! Ik heb altijd in dorpen gewoond met nog heel wat boeren: melkveehouders en/of landbouwers. Dus heb ik automatisch sympathie voor de boeren: altijd harde werkers, nauw verbonden met hun dieren, hun land, hun bedrijf. Boer-zijn is een manier van leven. Bovendien vormen ze het Nederlandse landschap. Ik ben altijd blij om koeien (schapen, geiten enz.) buiten te zien lopen. Mijn opa was een kleine boer, met een gemengd bedrijf in Driebergen: melkkoeien, kalveren, varkens, kippen, graan, mais, aardappels… (Tegenwoordig heet dat dan weer heel hip circulair boeren…) Hij moest die boerderij uiteindelijk beëindigen, omdat alles rondom (overheid, banken, grote boeren) inzette op veel grotere, efficiënte bedrijven. In de laatste halve eeuw is zo’n 70% van de boerenbedrijven beëindigd, omdat alle beleid gericht was op groei en schaalvergroting. Talloze boerderijen zijn overgenomen en uitgekocht. (Dat de overheid boeren zou willen uitkopen is dus niks nieuws en geen probleem, mits er een goede prijs voor betaald wordt. Je kunt je alleen ernstig afvragen of het verstandig is om daar miljarden aan belastinggeld in te stoppen, zoals de regering suggereert.) Intussen is mede door die schaalvergroting de Nederlandse landbouw en veeteelt een gigantisch succes geworden: een wereldspeler zoals dat heet. Maar nu raken we de grenzen van de groei. Dat geldt overigens voor heel onze samenleving! Het is een gezamenlijk probleem van onze samenleving: het is niet eerlijk om dan vooral naar de boeren te kijken. Maar los daarvan: het lijkt me billijk om in deze tijd ook kritisch te kijken naar de schaduwkanten van de industriële en zeer intensieve vormen van akkerbouw en veeteelt. En los nog van milieuoverwegingen: het is toch verschrikkelijk wat voor ravage op boerderijen wordt aangericht door allerlei besmettelijke ziekten, die steeds vaker voorkomen? We spreken dan eufemistisch over ruimen, maar dan gaat het eenvoudig over het massaal afmaken van dieren. Deels ook omdat het economisch niet anders kan. Dit kunnen we dieren en mensen niet aandoen. (En dan hebben het nog niet eens over dierenziektes, die steeds makkelijker overslaan naar mensen!) Het ligt dus voor de hand dat er goed nagedacht wordt over een ander landbouwbeleid. En dan niet gericht op nog meer schaalvergroting.

      Miscommunicatie

      Stikstofcrisis of communicatiecrisis? De meeste boeren (in mijn ervaring) willen echt wel nadenken over noodzakelijke veranderingen: ze zien de de problemen heus wel en hebben uiteindelijk ook baat bij meer zorg voor het milieu: ze leven daar immers midden in en zijn er van afhankelijk. De ‘eisen‘ van de gemiddelde boer zijn daarom eigenlijk heel overzichtelijk: een langjarig perspectief voor akkerbouw en veeteelt (dus niet om de paar jaar nieuwe maatregelen); de mogelijkheid om een gezinsinkomen uit je bedrijf te halen; uitzicht om het bedrijf eventueel over te kunnen dragen aan een volgende generatie. Dat is bepaald niet extreem… De overheid op haar beurt moet om allerlei redenen milieumaatregelen gaan nemen, ook omdat men dat lang vooruit geschoven heeft. Die stikstofuitstoot lijkt me trouwens maar één onderdeel van een veel grotere problematiek: opwarming / uitdroging / drinkwaterschaarste / verzilting enz. enz. En laten we wel wezen: de overheid moet daar ook wat aan doen om een betrouwbare overheid te zijn, met het oog op de toekomst en volgende generaties. Kortom, alle reden om daar met elkaar over in gesprek te gaan en te komen tot beleid. Zo doen we dat in Nederland al eeuwen. Maar om een of andere reden lijkt het in ons land tegenwoordig ontzettend moeilijk om helder te communiceren… In de coronatijd hadden we dat ook al. Om nog maar te zwijgen van al die ellende rondom de kinderopvangtoeslagen. Momenteel zit er ontzettend veel wantrouwen in de onderlinge communicatie en daar is niemand mee geholpen. Wat mij betreft blundert de regering door een volkomen misleidend kaartje over toekomstige bedrijfsbeëindiging bij de boeren over de schutting te gooien (terwijl de provincies dat nog moeten uitwerken), daarna de niet enorm neutrale Remkes aan te wijzen als bemiddelaar en vervolgens met zomerreces te gaan. Dan zaai je onrust ondanks alle beloften van een nieuwe bestuurscultuur. Aan de andere kant wordt de overheid weer geframed als zouden ze massaal land van de boeren willen afpakken, alle veeteelt liefst beëindigen en alle landbouwgrond omzetten in natuur… Dat is helemaal niet aan de orde, al zijn er ongetwijfeld enkele politieke partijen en milieuclubs die dat graag zouden willen. Maar beoordeel elkaar niet op extremen en ga gewoon praten. Al dat gedreig van die Farmers Defense Force klinkt stoer, maar brengt natuurlijk geen oplossing.

      Het torentje, Den Haag…

      Regeren of reageren De laatste tijd heb ik sterk de indruk dat onze regering vooral ad hoc reageert, in plaats van te regeren. Natuurlijk, dat zal ook komen door de voortdurende versnippering van het politieke landschap: wij stemmen steeds meer belangenpartijen in de Tweede Kamer, zodat politici vooral benauwd lijken om bij een volgende verkiezing weggestemd te worden. In ons systeem moeten we het hebben van gezamenlijkheid en dat wordt lastig met 20 partijen, waarvan er inmiddels een flink aantal zich helemaal niet druk maken over regeringsverantwoordelijkheid, maar vooral lijken te willen scoren in de publieke opinie. Dat kweekt in het centrum angstige politici, die duiken als het spannend wordt. Onze minister-president Rutte is de langstzittende premier ooit en lijkt weinig concurrentie te hebben, maar veel daadkracht kan ik niet meer ontdekken. Ook deze stikstofcrisis lijkt vooral een wat paniekerige reactie te zijn, afgedwongen door de rechter die zich weer baseert op Europese regelgeving. Ik hou er niet van als rechters beleid afdwingen (op initiatief van zwaar gesubsidieerde milieubewegingen): daar zijn regering en parlement voor. Het zou toch goed kunnen zijn dat de huidige impact van al die versnipperde Natura2000-gebieden en -gebiedjes op het Nederlandse landbouw (en woningbouw)beleid veel te groot is, omdat ons land veel dichtbevolkter is dan andere streken in Europa? Dan lijkt het me een taak van de regering om met een nationaal plan te komen en niet slaafs Europese regels te volgen. (Europa houdt zich immers zelf ook aan geen énkele begrotingsregel…) Let wel: er is alle reden om tot ander beleid te komen in regio’s waar de vee-dichtheid totaal uit de hand gelopen is (Gelderse vallei, de Peel bv.) en het kleine Nederland hoeft ook niet de tweede voedselexporteur van de wereld te zijn! Maar ik ziet niet in waarom een melkveebedrijf moet verdwijnen omdat het tegen een Natura2000-gebied aan ligt: het is allebei bewerkte, ontwikkelde natuur. Daar moeten andere regels voor te verzinnen zijn, waaronder natuurbeheer door de boeren zelf. Komt bij dat ik me toch afvraag of de stikstofdepositie in Natura2000 uiteindelijk niet een minor problem is?! Daarin gaat het om behoud van her en der nogal strikt gelabelde bio-diversiteit. Is dat niet ergens peanuts vergeleken met de grote milieu-vraagstukken, waar ik me terdege zorgen over maak. Ik denk niet dat de aarde zelf in gevaar is, maar wel degelijk de leefbaarheid op deze aarde, voor ons mensen en vooral voor nieuwe generaties. Maar dat vraagt niet zozeer om grote inkrimping van de boerenstand, maar vooral om de bereidheid van ons allemaal om stappen terug te doen qua welvaart en leefpatroon. Zijn we daartoe bereid? Dat is de kwestie en daar moet een veel meer omvattend beleid voor komen. Daar mogen ook Christenen terdege over nadenken omdat deze aarde ons immers toevertrouwd is om te bouwen en te bewaren.

      Vlag van het Noord-Duitse Sleeswijk-Holstein

      Toekomst voor de boeren Ik kan me Nederland niet voorstellen zonder boeren! Corona en oorlogen in Europa leren ons ook dat een eigen voedselvoorziening belangrijk is. We lopen in onze tijd tegen de limiet aan van een industriële landbouw en veeteelt, maar onze boeren zijn inventief genoeg om in te zetten op een ander meer natuurgericht model, met minder kunstmest en geïmporteerd veevoer enz. Maar dat moet de overheid een gezonde bedrijfsvoering wel ondersteunen met consistent beleid en dat moeten wij ondersteunen door bv. hogere prijzen te betalen voor regio-producten, zoals bv. de Oostenrijkers massaal doen. Ik hoop ook dat het broodnodige overleg dan weer op een normale manier op gang komt. Net zomin alsdat je iets opschiet met wantrouwen tegen ‘de boeren‘, schiet je iets op met georganiseerd wantrouwen tegen ‘de overheid’. Dat laatste wordt momenteel ook opgejut door allerlei clubs die ook rondom corona al leven van woeste complottheorieën. Dat bedreigt het vermogen van ons land om gezamenlijk crises aan te pakken. Grote delen van ons land hangen tegenwoordig vol met vlaggen van Sleeswijk-Holstein. Goed, laat dat een signaal van nood zijn, maar waak ervoor om meegesleept te worden in anti-overheids-argwaan. Ik ben niet van die omgekeerde vlaggen, juist omdat ik ons mooie boerenlandschap een belangrijk deel vind van onze nationale geschiedenis. Daar hoort rood-wit-blauw bij. Maar goed, liever een omgekeerde vlag dan snelwegblokkades, bedreigingen en afvalverbrandingen. Hou vooral op met dat laatste. Ga het overleg aan. Nederland kent de wereld aan boeren met creatieve ideeën. En laat de overheid komen met een landelijk plan, in plaats van alleen maar in te zetten op D’66-shibbolets zoals de stikstoffixatie.

      Bedenktijd

      Een paar jaar geleden stemde de Tweede Kamer massaal voor een voorstel (van linkse partijen) om een wettelijke bedenktijd in te voeren bij de aankoop van huisdieren (14 dagen). Een en ander moet impulsaankopen voorkomen. En huisdieren beschermen tegen verwaarlozing of gedumpt worden. Eerder al werd die bedenktijd ingevoerd voor het aanschaffen van spullen op internet (14 dagen), een eigen huis (3 dagen) en voor nog veel meer zaken. Hier ging het er vooral om de consument te beschermen.

      Dezer dagen wordt in de Tweede Kamer triomfantelijk de 5 dagen bedenktijd afgeschaft tussen de aanvraag en de uitvoering van abortus bij ongewenste zwangerschap. Deze bedenktijd is namelijk betuttelend en patriarchaal…

      Allerlei columnisten, politici en opinionleaders kraaien victorie over deze overwinning van het zelfbeschikkingsrecht van vrouwen. Men heeft het over abortus als mensenrecht, dat volgens de Franse president zelfs in het handvest van de Europese Unie verankerd dient te worden. Alle bezwaren tegen abortus worden onmiddellijk geframed als reactionaire bevoogding van vrije vrouwen.

      Ik ben oud genoeg om me de beladen discussies in de zeventiger jaren te herinneren, toen de Tweede Kamer er kamerbreed van doordrongen was dat abortus op z’n best een noodzakelijk kwaad was. En niet een soort vorm van geboortebeperking. Kamerleden van de VVD en de PPR (nu GroenLinks) stemden toen nog tegen om principiële redenen.

      Ik besef heel goed hoe ingewikkeld de omstandigheden van ongewenst zwangere vrouwen kunnen zijn: illegale ingrepen e.d. moeten voorkomen worden. Maar het is me totaal onduidelijk waarom allerlei seculiere partijen het afschaffen van 5 dagen bedenktijd als een soort ultieme overwinning voor mondige mensen claimen. Zelfs een aantal abortusklinieken heeft deze week gepleit voor het handhaven van de bedenktijd. Het is immers niet zomaar een ingreep. Het gaat over leven en dood. Dat kun je niet reduceren tot zelfbeschikkingsrecht. En zelfs al zou je dat wel doen: wat is er dan tegen bedenktijd? Als dat bv. wel gewenst is voor de aanschaf van huisdieren? Een cavia wordt in Nederland beter beschermd dan een ongeboren kind.

      The Great Reset?

      Laatst werd een collega trending topic op het internet vanwege een waarschuwende preek over The Great Reset. Het is mooi dat we tegenwoordig online-kerkdiensten hebben, maar dat betekent dat je rekening moet houden met luisteraars/kijkers die de dingen net even anders kunnen horen dan je bedoelt. Je moet kortom in de kerk nog meer op je woorden letten dan normaal. De betreffende collega heeft de preek min of meer teruggetrokken, omdat hij enerzijds op het schild werd geheven door allerlei mensen die rondom corona wereldwijde samenzweringscomplotten vermoeden en anderzijds verketterd werd als ‘achterlijke fundamentalist’. Dat soort reacties zijn het laatste waar je aan denkt als je een preek voor de gemeente schrijft, maar het kan dus gebeuren…

      Maar waar gaat het eigenlijk om in zo’n Great Reset? Nou, op onze routers / computers enz. zitten soms van die (heel kleine) knopjes waarmee je als laatste redmiddel (als de boel weer eens vastgelopen is) het apparaat kunt resetten, terugzetten naar de oorspronkelijke instellingen. Opnieuw beginnen dus! Stel dat er nou ook zo’n resetknop op onze samenleving zit… Een frisse herstart en een nieuw begin. Zo’n knop is er natuurlijk niet: dat zouden we zelf moeten doen. Dus waren er een paar jaar geleden visionaire types die opperden dat onze wereld vastliep door de pandemie, door de klimaatcrisis, door de vluchtelingencrisis enz. Never waste a good crisis – werd het niet eens tijd om de problemen van onze wereld heel anders aan te pakken? Tijd voor een Great Reset dus?

      Nou zal het voor iedereen duidelijk zijn dat de boel inderdaad her en der vastloopt. Het heikele punt is natuurlijk: wie moeten dat resetten dan gaan doen? En wat gaan ze dan doen? Als dat soort geluiden dan komt uit de kring van mondiale bedrijven, non-gouvernementele organisaties en superrijke types, dan is vandaag de argwaan snel gewekt. In deze tijd hebben we toch al het gevoel weinig invloed te hebben op allerlei beslissingen die ons leven raken. Dan gaan de lichten gauw op rood als we iets horen over de beoogde herinrichting van onze samenleving. Gaat dat zonder-ons-over-ons? Hoewel iedereen wel snapt dat je mondiale problemen alleen maar mondiaal kunt oplossen is er tegelijk wantrouwen. Complotgedachten zijn tegenwoordig ook nooit ver weg: ‘Gebruikt men de corona-crisis als een soort hefboom om er een soort niet-gekozen wereldregering door te drukken?’ ‘Is corona soms zelfs al een complot?’ Dat soort gedachten zijn wat mij betreft aperte onzin. Vaak gaat het o.a. ook om idealistische organisaties / personen, die het graag goed met de wereld voor hebben – we hebben immers maar één wereld, die inderdaad kreunt onder de problemen. Het is mooi om daar wat aan te willen doen! Maar het kan geen kwaad om waakzaam te zijn. De geschiedenis kent immers heel wat totalitaire ideologieën die vrijheid van de mensen afpakten met de belofte een betere samenleving te zullen brengen… Heel wat dromen over een soort reset van de wereld eindigden in terreur. Komt ook bij: die grote bedrijven van tegenwoordig willen vooral geld verdienen…

      Toren van Babel / Gen. 11 (Bruegel)

      In zekere zin gelooft ook de Christelijke Kerk in een Great Reset: een nieuwe hemel en een nieuwe aarde, als God alle dingen nieuw maakt. Alleen Hij kan dat – dat gaat ons oude mensen niet lukken. Intussen is geloven natuurlijk niet: met de armen over elkaar wachten tot God op die knop drukt. God werkt immers naar die vernieuwing toe door de liefde en vergeving van Christus, die ook in en door Zijn volgelingen wil werken. We horen bewogen te zijn met deze wereld, juist als ze – met de woorden van Paulus (Rom. 8: 22) – ‘zucht en lijdt’, hunkerend naar de toekomst van de HERE. Maar we zijn ook beducht voor mensen die één wereld willen bouwen zónder God (vgl. Genesis 11). Vandaar die preek van mijn collega, die niet opriep tot argwaan en wantrouwen, maar tot geloof en waakzaamheid.

      De gewraakte preek ging over Openbaring 13. Daar is sprake van een overheid, die grote successen tot stand brengt, maar ook een totale, onvoorwaardelijke loyaliteit van haar onderdanen eist, om niet te zeggen: een religieuze toewijding. Het is de overheid die zich als haast goddelijk (het getal 666!) presenteert en ingrijpt in de gewetensvrijheid van de mensen, voor hun ‘bestwil’ natuurlijk. Het laatste Bijbelboek zal denken aan Romeinse keizers die aanbidding eisten op straffe van de dood, maar die lijn laat zich doortrekken naar veel heersers in onze geschiedenis. Christenen moeten inderdaad waakzaam zijn en nee zeggen tegen een overheid die niet dient, maar feitelijk geloof en overgave eist. Daarom zullen we ook beducht zijn voor een overheid die ingrijpt in het privé-domein (of dat min of meer uitbesteedt aan machtige Big Tech-bedrijven).

      Intussen is dat niet het enige dat zich vanuit de Bijbel laat zeggen over de overheid. Die andere lijn vinden we in Romeinen 13. Daar horen we juist dat de overheid in dienst van God is, voor ons welzijn. De overheid heeft gezag om de kwetsbaren te beschermen en de boosdoeners te straffen. Vandaar in het Nieuwe Testament de oproep – ook van onze Heer Jezus Christus! – om de overheid te respecteren, omdat het anders immers een chaos wordt in de wereld. Als iedereen doet wat ‘ie zelf wil, wordt het hier een anarchie, waarin het recht van de sterkste heerst. De overheid wordt geroepen tot recht en gerechtigheid en staat als zodanig in dienst van God. Vandaar de herhaalde oproep in de Bijbel om niet te schelden en te tieren op de overheid, maar voor hen te bidden, zelfs al heb je het een en ander aan onrecht van hen te lijden. Zelfs al zou je in sommige situaties nee zeggen tegen het beleid van die overheid, dan nog hou je in het gebed vast aan de roeping Gods van die overheid.

      Zo laveren Christenen altijd heen en weer tussen Romeinen 13 en Openbaring 13. Twee-sporen-beleid! Je bent dankbaar dat er een overheid die het goede probeert te doen, ook al gaat dat gepaard met fouten. Je bent waakzaam voor overheden die een ideologie proberen op te leggen, maar blijft ervoor bidden. Je zegt nee tegen een overheid die zich in Gods plaats zou stellen en absolute gehoorzaamheid eist. Dan nog blijven we ervoor bidden. En leven uit de verwachting van een nieuwe hemel en een nieuwe aarde, de Great Reset, die God is begonnen en zal voleinden.

      Influencer (2): Bram van de Beek

      Dr. A. van de Beek
      [De laatste jaren stuitte ik regelmatig op het verschijnsel influencer: doorgaans mij volstrekt onbekende meisjes die op de social media producten promoten en daarmee talloze volgers ‘beïnvloeden = influencen’… Dat is aan mij niet zo besteed, maar uiteraard ben ik ook beïnvloed door heel veel mensen. In tijden van quarantaine pluk ik dus wat boeken uit mijn boekenkast en bouw een soort a-b-c van mijn geestelijke ‘influencers’]

      ‘Als ik aan God denk, dan kreun ik’ – dat is een krasse uitroep die we horen in Psalm 77. Nog altijd kom je her en der het misverstand tegen dat mensen die in God geloven het zichzelf makkelijk maken. Het geeft alleen maar aan hoe weinig mensen vaak begrijpen van geloof en geloven. Het is eerder andersom: niet-gelovigen zullen op de vraag naar alle verdriet en ellende in de wereld uiteindelijk niet veel verder komen dan de uitdrukking ‘shit happens’, hoe ontoereikend ook – alles is immers toeval? Maar gelovige mensen zullen dan altijd overhoop liggen met God. Het waarom?! schreeuwt omhoog uit de Bijbel, rauw en luidkeels. Tot in de ultieme wanhoop van onze Heer Zelf: ‘Mijn God, waarom hebt Gij Mij verlaten?’

      Over dit probleem – dat ieder gelovig mens herkent – kun je natuurlijk eindeloos piekeren. In theologisch jargon gaat het dan vaak om de vraag naar de Theodicee: hoe moet je de ellende in de wereld nu op een goede manier verbinden met God, van Wie wij immers belijden dat Hij almachtig is en goed… Daar zijn wel een miljoen boeken over geschreven. Ik heb in mijn jeugd letterlijk wakker gelegen van dat soort vragen, almaar zoekend naar manieren om God zo ver mogelijk bij alle leed en verdriet vandaan te houden. En natuurlijk kan ik er nog steeds wakker van liggen, vooral als mensen iets verschrikkelijks mee maken en jij dan als predikant geacht wordt een goed Woord namens God te spreken… Maar de vraag naar de Theodicee stel ik eigenlijk niet meer, omdat ik inmiddels wel weet dat je geen sluitend antwoord op al die waarom? -vragen gaat vinden. God geeft immers niet op alle vragen antwoord. Hij geeft Zichzelf en laat dat nu uiteindelijk het enige antwoord zijn dat we nodig hebben.

      Bovenal: wat schiet ik er mee op als ik God zo ver mogelijk bij alle leed en verdriet vandaan wil houden? Dan ben ik Hem kwijt juist daar waar ik hem nodig heb! Zo kom ik terecht bij het het boek Waarom? uit 1984 van dr. A. van de Beek. Theologische boeken die je met rooie oortjes leest zijn nogal zeldzaam, maar dit boek heb ik letterlijk stukgelezen. Ook bij Van de Beek trouwens ga je hèt antwoord op de vraag naar lijden en verdriet heus niet vinden, hetgeen hij overigens ook nergens pretendeert. Wat was voor mij dan zo adembenemend aan dit boek? Vooral de intense manier waarop hij álle woorden van de Bijbel serieus nam, zelfs de zwaarste teksten. Op een wat mij betreft innig vrome en bevindelijke manier worden alle woorden Gods eerbiedig gehoord, over de almacht van God en de goedheid en barmhartigheid van God, juist ook daar waar ze lijken te botsen. De toon van dit boek was voor mij een verademing, omdat hier de pijn van de mensen èn Gods Woord èn God Zelf met liefde, vertrouwen en ernst werden gehoord.

      Uiteindelijk probeert Van de Beek in zijn boek – en in al zijn boeken trouwens! – alle draden in Jezus Christus aan elkaar te knopen, omdat we in Hem God Zelf ontmoeten. Ook dat was een verademing omdat ik theologie studeerde in een klimaat waarin Christus nou niet echt centraal stond.

      De manier overigens waarop Van de Beek alle Waarom?-vragen verbond aan de gekruisigde Christus kon/kan ik niet altijd volgen (in de dubbele betekenis van die uitdrukking…), maar het boek heeft me echt verder geholpen. Niet in het oplossen van mijn vragen, maar in het vragend onderweg zijn met de Heer. En inderdaad: je kunt de Waarom?-vraag alleen maar aan God stellen als je ook wilt horen naar het Evangelie van Jezus Christus. Dat maakt een algemeen gesprek over God en het lijden dan ook vrijwel onmogelijk! Immers, over welke God heb je het, als je het niet over de Vader van Jezus Christus wilt hebben?

      Maar dit boek heeft mij echt verder geholpen en ik blijf met eerbied luisteren naar Van de Beek, één van de meest originele, dwarse en gelovige theologen van onze tijd. En uiteraard blijf ik ook over al dit soort vragen nadenken, al is het wonderlijk dat ik tegenwoordig houvast vind in een klassieke geloofshouding, waartegen ik me als tiener juist drastisch afzette… Zoals hieronder verwoord door een andere nogal tegendraadse theoloog…

      De enige reden waarom ‘alle dingen’ zijn uit te houden is omdat God, de almachtige Schepper van hemel en aarde, als met Zijn hand alle dingen regeert en onderhoudt. (…) Als God zelf louter traan is, hoe zou Hij tranen kunnen drogen?

      H.M. Kuitert
      Uitgelicht

      Influencer (1): Aurelius Augustinus

      [De laatste jaren stuitte ik regelmatig op het verschijnsel influencer: doorgaans mij volkomen onbekende meisjes die op de social media producten promoten en daarmee talloze volgers ‘beïnvloeden = influencen’… Dat is aan mij niet zo besteed, maar uiteraard ben ik ook beïnvloed door heel veel mensen. In tijden van quarantaine pluk ik dus wat boeken uit mijn boekenkast en bouw een soort a-b-c van mijn geestelijke ‘influencers’]

      Augustinus van Hippo

      ‘Onrustig is ons hart in ons, totdat het z’n rust vindt in U, o HEER’

      Dit woord van de kerkvader Augustinus (354 – 430 A.D.) gaat al een leven lang met me mee. ‘Hoop op God, onrustige ziel van mij…’ staat ook al in Psalm 42. Repos Ailleurs, ‘de rust is elders’ . Dat is toch wel een soort grondlijn in mijn geloofsbeleving.

      Belijdenissen

      Het is een hele ervaring om de Belijdenissen van Augustinus (waaruit dat citaat komt) te lezen. Hoewel 16 eeuwen oud, is het een verbijsterend ‘modern’ boek: een soort autobiografie vol zelfanalyse, waarin Augustinus in een soms hallucinerend taalgebruik tot zijn Heer en Schepper spreekt over zijn leven en ziel. ,,Ik was God kwijt en ik was mezelf kwijt, maar ik vond mezelf weer doordat ik God weer vond.” Onderweg met zichzelf wil hij ook de lezer meenemen op de weg naar God. Vroeger – toen ik slimmer was… – heb ik hele lappen in het Latijn moeten lezen, maar nu heb ik de knoestige vertaling van Sizoo gebroederlijk naast de meer literaire vertaling van Wijdeveld staan. Het blijft een fascinerend boek, al kan Augustinus soms wel heel diep in zichzelf wroeten.

      Augustinus woonde en werkte (als bisschop) het grootste deel van zijn leven in wat nu Noord-Afrika is, in de nadagen van het West-Romeinse Rijk, een onrustige tijd. Zijn boek Over de stad van God probeert het onderscheid te verwoorden tussen de menselijke staten, die komen en gaan, en het Koninkrijk Gods, dat komt en blijft. Zo heeft hij een enorme invloed op het Christelijk denken uitgeoefend, tot op de dag van vandaag. Hij pakte ook de intense woorden van de apostel Paulus weer op: ‘door Gods genade (in Christus) ben ik wat ik ben / wie ik ben’ (vgl. I Kor. 15: 10) – de diepte daarvan overdenkt hij eindeloos. De Reformatie zal daar weer bij aanhaken.

      Wat ik trouwens wel mooi vind anno 2021 is dat Augustinus een Berber was. De oorspronkelijke bewoners van Noord-Afrika, vóór de Arabische verovering. De Berbers hebben nog lang vastgehouden aan hun Christelijk geloof, tot de Islam ook hen opgelegd werd. Ze hebben hun eigen taal en kunnen vaak de Koran niet eens lezen. Er wonen zo’n 300.000 Berbers in Nederland, al noemen we hen meestal Marokkanen. Het kan een eye-opener voor hen zijn te horen dat één van grootste denkers aller tijden één van hun was. Meestal weten ze niet dat ze christelijke roots hebben… In Algerije keren in sommige streken Berbers weer terug tot het Christelijk geloof, waarvan Augustinus zo intens getuigd heeft.

      Uitgelicht

      “Wee u, land, als uw koning een kind is…” (Prediker 10: 16a)

      Afbeeldingsresultaten voor stars and stripes

      Deze Bijbeltekst schoot me de afgelopen vier jaar – en de afgelopen weken – voortdurend te binnen als ik tamelijk verbijsterd zat te kijken en te luisteren naar de president van de Verenigde Staten. Ik kon maar niet begrijpen waarom de grootste democratie (?) van het Westen in meerderheid (?) een megalomane fantast, leugenaar en stokebrand tot leider had gekozen. De twee vraagtekens geven aan waarom het democratisch bestel van de V.S. zo onder druk staat: je kunt alleen maar gekozen worden als je ontzettend veel geld hebt. En je kunt gekozen worden met een minderheid van de stemmen: Trump had in 2016 2 miljoen minder stemmen dan zijn tegenstander. Democratie is een fragiel begrip, zoals Churchill ooit al mooi verwoordde.

      “Indeed, it has been said that democracy is the worst form of government except all those other forms that have been tried from time to time.”

      (Winston Churchill)
      Bird Button Logo Social Social Media Tweet Twitter Icon, Bird Icon - Twitter  Symbol PNG – Stunning free transparent png clipart images free download

      Een president die voornamelijk regeert door het voortdurend verzenden van tweets, waarin hij mensen uitschold en bevolkingsgroepen tegen elkaar opzette, is goed nieuws voor Rusland, China en Noord-Korea, maar slecht nieuws voor de Westerse wereld. Dus was het een lichtpunt in dat moeilijke jaar 2020 dat Trump in november niet herkozen werd. Natuurlijk zal Donald Trump nooit erkennen dat hij de verkiezingen verloren heeft, al had Biden 6 miljoen (!) stemmen meer. Hij is nl. geen loser en kan dus in principe niet verliezen. Hij blijft maar vasthouden aan zijn eigen werkelijkheid, trouw aan het principe ‘dat elke leugen vanzelf een soort waarheid wordt als je ‘m maar consequent volhoudt’. Waartoe dat leidt hebben we de laatste weken kunnen zien. Wat is democratie eigenlijk nog waard als manipulatie door talloze media mensen dingen laat geloven die evident onwaar zijn? Democratie bestaat bij de gratie van een open debat met op de achtergrond een aantal gezamenlijke overtuigingen. Wat als die gezamenlijkheid uiteenvalt? Dat is echt wel een probleem van deze tijd. ‘Things fall apart, the centre cannot hold’, zei ooit een bezorgde dichter (Yeats) over de moderne tijd. Profetische woorden. Waar is een bezield verband, dat alles bij elkaar houdt?

      Intussen gaat het niet aan om de 74 miljoen (!) Amerikanen die wel op Trump gestemd hebben – meer dan het aantal mensen dat ooit op bv. Obama gestemd heeft! – weg te zetten als een achtergebleven, conservatieve minderheid. Veel van die mensen hadden moeite met de persoon Trump, maar herkenden zich blijkbaar in ideeën van de president Trump. Blijkbaar ervaren veel gewone Amerikanen weerstand tegen snelle veranderingen in de maatschappij en hebben een zo groot wantrouwen tegen de regerende ‘elite’, dat ze veel rare fratsen van een outsider als Trump voor lief nemen en op hem stemmen.

      Dat is een verschijnsel dat natuurlijk niet beperkt blijft tot Amerika. Blijkbaar voelen veel mensen zich niet gezien door de politiek. Men zoekt naar iemand die hen wèl ziet staan en hen serieus neemt. Ook in ons land zie je bij verkiezingen steeds meer protest-stemmers. Mensen die zich klemgezet en bedreigd voelen door ontwikkelingen, waar ze zelf weinig grip op hebben. Groningers in bevingsgebieden die met scheuren in hun huis de prijs betalen voor Nederlands welvaart. Mensen met een gewoon inkomen die geen huis meer kunnen kopen, terwijl huurhuizen schaarser worden. Boeren die moeten rondkomen van hun bedrijf en worden weggezet als klimaatvervuilers. Dat roept boosheid en wantrouwen op. Men gaat stemmen op radicale politici die beloven het totaal anders te gaan doen dan ‘de machthebbers’. Maar net als in de VS valt de uitkomst dan vaak zwaar tegen: Trump is vooral bezig met zichzelf. En onze mini-Trumps als Baudet, Wilders en Krol blijken vooral met zichzelf bezig te zijn en niet met het belang van de mensen die ze zeggen te vertegenwoordigen… Wee het land waar de koning een kind is, zei Prediker ooit al somber.

      Ik ben niet blij met de nieuwe president Biden omdat hij een Democraat is: geen idee waar ik in zo’n 2-partijenstelsel op zou moeten stemmen! (Gelukkig hebben wij in ons systeem, hoe versplinterd ook, meer keuze straks in maart.) Ik vertrouw, hoop, bid alleen maar dat hij elementair fatsoen weer in ere herstelt en probeert een verdeeld volk weer te verbinden. Dat zou al heel wat zijn! En die taak is al zwaar genoeg, zeker voor een 78-jarige. En eigenlijk is dat wat democratieën hard nodig hebben, aan gene en deze kant van de oceaan: volksvertegenwoordigers met een dienend karakter, die omzien naar de kleinen en de kwetsbaren en zichzelf niet uitvergroten. Het profiel van de koning in Psalm 72 is altijd actueel!

      Hij zal de redder zijn der armen,
      hij hoort hun hulpgeschrei.
      Hij is met koninklijk erbarmen
      hun eenzaamheid nabij.
      Hij helpt, met hun bestaan bewon,
      die zijn in vrees verward.
      Hun bloed is kostbaar in zijn ogen.
      Hij draagt hen in zijn hart.

      Uitgelicht

      Black Friday?

      De afgelopen dagen bleken de winkelcentra van onze steden overspoeld te worden door koopjesjagers, die bepaald geen anderhalve meter afstand hielden. Het was namelijk Black Friday. Overigens is dat een vrijdag, die bijna een week duurt… Vroeger noemden we zoiets de uitverkoop, maar tegenwoordig moet dat dus Black Friday heten. De kranten en het internet staan al weken vol met zwartgetinte advertenties, die ons enorme meevallers beloven. Je zou wel gek zijn als je deze kans liet lopen! Als een kudde lemmingen draven we dus naar de Koopgoot en aanverwante plaatsen. Op jacht naar kortingen!

      Black Friday 2020 in Nederland - Hét N°1 Black Friday web overzicht

      Waar ik me mateloos aan erger is de vanzelfsprekendheid waarmee we ons in Nederland dit soort uitzinnige Amerikaanse fenomenen laten opdringen. In de Verenigde Staten viert men nl. Thanksgiving (onze bijna vergeten Dankdag): dat is op een donderdag – een nationale vrije dag. De dag erna is men meestal ook vrij en gaan de winkels weer open. Vandaar. Uitverkoop op vrijdag. Dat Amerikanen daar vervolgens een hype van maken, waarin op hol geslagen consumenten winkels bestormen, is nogal vreemd – maar zo zitten ze blijkbaar in elkaar. (Al verbaast het me dat er in deze hypercorrecte tijden nog geen bezwaren zijn geuit tegen de term Black Friday…)

      Maar wij vieren geen Thanksgiving. Waarom zouden we dan in vredesnaam massaal moeten gaan inzetten op een losse koopvrijdag in november? Dat doen we dus om Amerikanen na te apen. We laten ons willoos strikken in hun commerciële netten. Erger nog eigenlijk: wij gaan los op koopjes zonder enige verbinding met een Dankdag

      Helaas is dit niet het enige voorbeeld van Amerikanisering van onze cultuur. Voorbeelden te over. Is het niet ontzettend triest als kinderen op Halloween aan de deuren langs komen voor snoep? Wij hebben toch Sint Maarten op 11 november? Om nog maar te zwijgen van al die horrorfilms rond Allerheiligen.

      De nieuwe huisstijl van McDonalds explained | LogoLove®

      En dan heb ik het nog niet eens gehad over die zwakzinnige ‘Kerstman’ die onze decembermaand onveilig komt maken. Wij hebben toch Sint Nicolaas? Onze goede Sint is ooit in de VS omgebouwd tot deze verschrikkelijke Santaclaus. Dat is triest, maar dat moeten ze zelf maar weten. Maar waarom moeten wij deze engerd importeren? Sommige Nederlanders zijn zo van het padje dat ze in december dus twee keer op cadeau-jacht gaan. Ik zou zeggen: hou vooral vast aan onze Sint en laat de Marechaussee die andere nepfiguur zo gauw mogelijk als ongewenste vreemdeling uitzetten. En zo is er veel meer. Amerikaans taalgebruik in liedjes en reclames, Amerikaanse krachttermen, peperdure Amerikaanse koffie bij Starbucks, de suggestie dat het Amerikaanse MacDonalds een gezellige plek is voor onze kinderen. Politici gedragen zich als boze kleuters, die niet tegen hun verlies kunnen (van Trump tot Baudet). Enz. enz. Het geeft allemaal hoe groot de invloed van media en commercie is.

      Black Friday.

      Kruis (christendom) - Wikipedia

      Vroeger kenden we vooral de Goede Vrijdag. Soms vrees ik dat deze tegenstelling op een of andere manier kenmerkend is voor onze cultuur. Het Evangelie dat we door de liefde van Christus gekocht en betaald zijn wordt verdrongen door een koortsige manie van voordelig kopen en betalen. Één van mijn helden – Leonard Cohen – zingt in zijn lied Steer Away de nogal verontrustende woorden: ‘As He died to make men holy, let us die to make things cheap’… Vrij vertaald: ‘Terwijl Hij stierf om de mensen heilig te maken, sterven wij van verlangen naar koopjes, willen we alles goedkoop maken’. Cohen bedoelt dat overigens niet cynisch, maar vooral tragisch, geloof ik. We willen het eigenlijk niet, maar gaan er toch in mee. De kerk is één van de laatste plekken in onze cultuur waar nog het woord eerbied klinkt. Het leven is nu eenmaal niet goedkoop. Het Christelijk geloof zal steeds meer tegencultuur moeten worden.

      Leve de republiek??

      Loof de Koning, heel mijn wezen – dat is een prachtig lied, dat ik graag mag zingen. Voor alle duidelijkheid: dat lied zing ik dan natuurlijk voor onze HERE en Heiland en niet voor Z.M. Koning Willem-Alexander… Aardse koningen hebben we in ere te houden, maar ze hebben altijd afgeleid gezag. Ze mogen koning heten bij de gratie Gods. Uiteindelijk is er maar één Koning. Zie bv. Psalm 2! Dat is een klassieke kritische ondertoon in het Christelijk Geloof.

      Koningen in de Bijbel

      Presidenten enz. zul je in de Bijbel niet tegen komen… Dat is immers iets van de laatste eeuwen. Koningen des te meer! Daar moeten we trouwens niet altijd een te groot beeld van hebben: al die stadjes in Kanaän waar Israël mee te maken had hadden elk hun eigen koning – terwijl ze vaak niet meer dan een paar honderd inwoners hadden… Wij zouden dan eerder van een soort burgemeester spreken, zij het dat deze ‘koningen’ vaak ook legeraanvoerder waren. En natuurlijk hadden daarom de koningen van sterke landen als vanzelf een enorme macht. Zozeer dat de Bijbel in dat verband zelfs over goden kan spreken.

      Israël was lang een vreemde eend in de bijt van het nabije Oosten: men had geen koning, omdat immers de HERE Koning was. In de praktijk traden er een soort part-time koningen op, die wij kennen als richteren of rechters. Intussen wil het volk dolgraag een koning, net als alle andere volken… De profeet Samuël verzet zich met hand en tand tegen deze wereldse wens (I Samuël 8). Ook de zgn. Koningswet in Deuteronomium 17 is ontzettend kritisch op het fenomeen koning… Hoewel er in Juda dan een erfelijk koningschap ontstaat via de lijn van David, zal het noordelijk rijk van Israël blijven vasthouden aan meer charismatisch koningschap. Maar voor beiden blijft gelden: De HERE is Koning (Ps. 93)!

      Tegenwoordig zijn er heel wat meer presidenten dan koningen, maar dan nog zijn veel presidenten omringd met een koninklijke, dan wel keizerlijke entourage en gedragen ze zich ook zo: Poetin, Erdogan, Trump, Xi Jinping, Macron enz. Een republiek kan dan wel heel iets anders zijn dan een monarchie, maar in de praktijk lijkt het niet zoveel uit te maken.

      Monarchie of republiek?

      Christenen zou het niet zoveel uit moeten maken onder wat voor regeringsvorm we leven. Uiteraard zijn we gebaat bij vrijheid en recht, maar of we nou met keizers, koningen, vorsten, heersers, presidenten, premiers enz. te maken hebben maakt principieel geen verschil. De HERE is Koning!

      Maar natuurlijk ben ik ook Nederlander. Wij hebben een koning uit het Huis van Oranje. Ben ik daarom een monarchist? Nee hoor, de eerste eeuwen was ons land een republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. Sterker nog, hoewel we nog steeds zingen dat we de Koning van Hispanje altijd hebben geëerd, heeft ons land in 1581 feitelijk de monarchie afgezworen. Dat was indertijd een schokkende stap!

      Willem van Oranje - Wikipedia

      Maar vanuit de Reformatie, de Opstand, de Tachtigjarige Oorlog, kortom: het ontstaan van ons land, is er altijd wel die verbondenheid geweest met het Huis van Oranje. Geen Nederlandse natie zonder Willem van Oranje (zie hiernaast). Dat wil ik graag zo houden! Dat de Oranjes zijn opgewaardeerd tot koning hebben we feitelijk aan buitenlanders te danken (wijten?): Napoleon en zijn geallieerde vijanden. Van mij mag Willem-Alexander ook best Stadhouder heten, maar gezien de laatste 2 eeuwen houden we het maar op Koning. Ik ben dus geen monarchist, maar wel Orangist. Maar dat is historisch geworteld en komt niet voort uit mijn geloof. Er is maar één Koning!

      Al dit soort gedachten zet ik op een rij omdat ik onze Koning – geflankeerd door zijn niet blij kijkende echtgenote – op tv spijt zag betuigen voor zijn ongelukkig geplande vacantie naar Griekenland. Dat soort fouten maken we in corona-tijd aan de lopende band: wat kan wel en wat kan niet? Maar gezagsdragers liggen natuurlijk onder een vergrootglas: minister Grapperhaus kan daar over meepraten. Ook de Majesteit had beter niet kunnen gaan, hoewel ik me goed kan voorstellen dat zijn meiden in hun herfstvacantie zin hadden om lekker in de zon te zitten, nota bene in hun eigen huis.

      Dat er vervolgens in Nederland een enorm chagrijn ontstaat aan oprispingen op social media en in boze ingezonden brieven is te verwachten: dat is grotendeels de gebruikelijke kinnesinne. Dat hoor je overigens elk jaar als de begroting van het Koninklijk Huis orde komt… ‘Dat woont maar in paleizen van onze belastingcenten’, zo mekkert de kleinzielige Nederlander. Ze mogen het zelf niet zeggen, maar ik kan me voorstellen dat de Oranjes daar soms schoon genoeg van hebben.

      … maar alsjeblieft geen republiek!

      Je hebt echter ook telkens weer het gebruikelijke gezeur van zgn. hoogopgeleide mensen, dat we de monarchie hoognodig moeten vervangen door een republiek met een gekozen staatshoofd. Dat zou meer van deze tijd zijn. Alsof een president geen ambtswoningen met bijbehorend inkomen zou hebben. Alsof die niet beveiligd moet worden. Sterker nog: alsof die presidenten niet met pensioen gaan met enorm wachtgeld en levenslange beveiliging. Erger nog: alsof niet de meest vreselijke mensen tot president zouden kunnen worden gekozen! Kijk om je heen in deze wereld. Nederlanders zijn in staat om onnozele Bekende Nederlanders tot president te kiezen, vrees ik. Of iemand van D’66. Laten we maar blij zijn dat de Oranjes nog steeds niet weglopen voor hun verantwoordelijkheid. En laten we daarin vooral de geschiedenis van ons land in ere houden. Het is niet voor niets dat het Wilhelmus ons volkslied is.

      Ik zat met gemengde gevoelens te kijken naar de spijtbetuiging van koning Willem-Alexander. Volgens mij komt dat voort uit het verlangen om een soort monarchie van het volk te zijn. Dat moet je volgens mij niet willen. Het is vast mijn leeftijd, maar ik heb een grote voorkeur voor de meer afstandelijke stijl van koningin Beatrix. Zie ook de manier waarop koningin Elisabeth van Groot-Brittannië het al zo lang doet. Je draagt een hoog ambt en dat moet je gewetensvol doen. Maar je hoeft geen populariteitspolls te winnen. Alsjeblieft niet.

      Zolang we het Wilhelmus blijven zingen als volkslied houden we het maar op de Oranjes. En op de huidige monarchie. Als zij en wij dan ook maar vers 6 blijven zingen, over ‘mijn God en HEER’ – de Koning.