
De laatste weken keek ik met toenemende verbazing naar het Journaal. Eerst ging het er jaren over dat Nederland excuses moest maken voor de slavernij en slavenhandel in vroegere eeuwen. En toen dat eenmaal zover was, kwamen de excuses blijkbaar te vroeg, op de verkeerde plek en uit de mond van verkeerde mensen… Bijna moesten er weer excuses voor de excuses worden gemaakt. Kortom: spijt, excuus, schuldbelijdenis – dat zijn blijkbaar ingewikkelde woorden. Het lijkt niet eenvoudig om hiermee de juiste toon aan te slaan. Je wilt dingen recht zetten, maar irritatie ligt op de loer. Bij alle partijen… Terwijl schuldbelijdenis en vergeving – zo weten we toch als Christenen? – geweldige woorden zijn, die helen en bevrijden. In de kerk en in de wereld kunnen we niet zonder!
Iedereen weet dat de slavernij een afschuwelijke misstand was (en is). Het idee dat je medemensen beschouwt als eigendom, die je kunt verhandelen en uitbuiten is te gruwelijk voor woorden. En het is overigens geen verleden tijd: vrouwenhandel, kinderarbeid, zelfs letterlijke slavernij – het komt nog altijd in onze wereld voor. Mensen kunnen onmenselijk zijn, zo weten we. En Nederland hoorde bepaald niet bij de eerste landen die de slavernij officieel afschaften: pas in 1863 was het officieel zo ver. Hoewel er in ons land altijd protesten zijn geweest tegen de misstand van de slavernij, had het economisch gewin vaak voorrang. Toen bv. de kerk in de 17e eeuw uitsprak dat Christenen geen slaven konden zijn, omzeilden onze – Christelijke! – kooplui dat dan maar door de zending voortaan op een laag pitje te zetten of zelfs tegen te werken… Handel en winst gingen – als zo vaak – voor beginselen.
Waarom is het dan zo moeilijk om daar schuldbelijdenis voor te doen? Onze regering vermijdt dat woord zorgvuldig: dat zal alles te maken hebben met de uit Amerika overgekomen financiële claimcultuur die tegenwoordig helaas hoogtij viert. Zodra dat woord valt draven advocaten naar de rechter om voor allerlei benadeelden compensatie te eisen. Dat is in dit geval erg jammer, omdat dat een inhoudelijk gesprek over de zaak in de weg staat. Vandaar dat premier Rutte onlangs namens de Nederlandse staat excuses gemaakt voor de slavernij. Dat klinkt een stuk neutraler dan schuldbelijdenis. En je loopt geen risico op claims…
Ik schat het enthousiasme van de gemiddelde Nederlander voor de nationale excuses intussen niet hoog in. De nogal absurde discussies rondom het uitspreken van die excuses hebben vrees ik averechts uitgewerkt. Dat komt ook omdat zelfs de goede bedoelingen van onze overheid in deze tijd op een flink portie wantrouwen van alle partijen schijnt te stuiten, althans in het publieke domein. (Ik hoop altijd maar dat de zwijgende meerderheid van de bevolking hierin een stuk redelijker is.) Daar komt dan bij dat soms mensen deels niet lijken te (willen) begrijpen dat excuses van de Nederlandse Staat niet betekenen dat ieder van ons persoonlijk schuld zou hebben aan de (gevolgen van de) slavernij. Het gaat om een historische verantwoordelijkheid. En tenslotte is er de wat mij betreft begrijpelijke ergernis over een sfeer van blamen en claimen die rondom deze nationale excuses gehoord wordt. Ook dat lijkt mij overigens om een minderheid van kleine actiegroepen te gaan, zoals zo vaak. Ik heb niet de indruk dat de grote meerderheid aan Surinamers en Caribische landgenoten zich erg druk maken om deze kwestie…
Het zou immers zonde (!) zijn als alle gesteggel rond die excuses en alle irritatie over dat gesteggel een echte dialoog over de zaak zelf in de weg zouden staan. Het is immers helemaal niet verkeerd om dingen die fout zijn geweest in ons collectieve en persoonlijke verleden te benoemen. Daar worden mensen niet minder van. Het kan verhoudingen doen opklaren en wegen naar toekomst openen. Maar dan wel graag een open gesprek, dat niet doodloopt in het gretig aanwijzen van slachtoffers en daders anno nu. Dat laatste schiet niet op. En niemand schiet er ook echt mee op. Laat staan dat er heilloze discussies zouden ontstaan over financiële compensatie. Dan is het einde zoek. Ik bedoel maar: ik heb als predikant nog mensen gekend die ooit in diepe armoe zijn groot geworden in plaggenhutten in de Veenkoloniën… Einde 19e eeuw hadden veel uitgebuite landarbeiders en arbeiders in sloppenwijken het niet veel beter dan ooit elders op de plantages. Sommige van die regio’s in ons land staan qua welvaart nog steeds op achterstand in ons land. Moeten nazaten persoonlijk om compensatie vragen? Bij wie? Dan kunnen we beter gezamenlijk energie steken in infrastructuur en goed onderwijs voor iedereen.
Excuses kunnen al gauw holle woorden zijn, als er geen echte dialoog op volgt. Zo van: dat hebben we gelukkig weer gehad. Dat risico lopen nu alle partijen in de discussies. Voor je het weet toeteren we alleen maar slogans tegen elkaar. Want bij voorbeeld: zijn excuses pas geldig als ze aanvaard worden? Is het mogelijk om excuses te eisen op jouw voorwaarden? Excuses zijn nooit verkeerd, maar hebben weinig impact als ze afgedwongen worden. Dat maakt een echt gesprek vrijwel onmogelijk. Laat staan dat het iets positiefs uitwerkt. Het is een groot risico vandaag-de-dag dat mensen hun identiteit vinden in slachtofferschap en dat laatste zelfs als een soort machtsmiddel hanteren. Daar is uiteindelijk niemand bij gebaat, vooral zijzelf niet. En het is ook veel te simpel om alle achterstand in de wereld en tekort in eigen leven te wijten aan historische misstanden en/of ontoereikend overheidsbeleid. En het is net zo simpel om je schouderophalend van het probleem af te maken: we hebben nu eenmaal een verantwoordelijkheid voor elkaar. Dat maakt ons tot mensen, schepselen Gods. En laat duidelijk zijn: het is een groot vergrijp jegens onze Schepper en Verlosser als mensen denken, leven en handelen alsof zij andere mensen in eigendom hebben. Dat is schuld. En dat is breder en gaat verder dan de slavernij in vroeger eeuwen.

Ofwel, er is nu eenmaal schuld in de wereld. En het gaat meestal niet aan om daar alleen ‘de ander’ op aan te spreken: het zit dieper, zowel gezamenlijk als persoonlijk. Dat hebben we gezamenlijk te belijden en daar hebben we gezamenlijk aan te werken. Waarom gebruiken we elkaar, ontmenselijken we elkaar? Daarvoor hoeven we echt niet naar het verleden te kijken. Het is overal.
In de Kerk hanteren we die bleke woorden als excuses liever niet. Als gezegd, wij krijgen vanuit het Evangelie hoge (en pijnlijke) woorden mee als schuldbelijdenis en schuldvergeving. We weten dat we vergeving nodig hebben. Dat de wereld een Redder nodig heeft. En juist Christenen weten ook dat zonde en schuld kunnen voortwoekeren in de wereld en in de tijd! Dat belijden we nota bene bij elke doop van een mensenkind. Kortom, we moeten ons niet makkelijk van dat soort vragen afmaken. Christus is naar deze wereld gekomen om ons te redden van onze zonden en leerde ons dagelijks te bidden om vergeving van onze schulden. Dat hebben we allemaal nodig, wat onze afkomst ook is.