Uitgelicht

Rood-wit-blauw

O schitterende kleuren van Nederlands vlag! Dat leerden wij vroeger zingen op school, bv. voor Koninginne- en Bevrijdingsdag. Dat zal tegenwoordig vast wel te nationalistisch zijn… Nu beschouw ik mezelf niet als zo’n enorme nationalist, maar voel me toch sterk verbonden met Nederland en de Nederlandse geschiedenis. Kortom, ik ben eigenlijk wel trots op de Nederlandse vlag, die symbool staat voor dit land en z’n geschiedenis. Het raakt me altijd als ik op hoogtijdagen de vlag in top hijs en bij de combinatie Wilhelmus plus rood-wit-blauw sta ik ontroerd rechtop.

Vandaar dat ik inmiddels schoon genoeg heb van al die omgekeerde vlaggen, die nog altijd overal in ons land hangen. Goed, ik weet wel dat het oorspronkelijk een noodsignaal was, bestemd om te attenderen op boeren die in het nauw komen vanwege zwabberig overheidsbeleid rondom de stikstofproblematiek. En zo’n signaal is altijd beter dan het blokkeren van snelwegen of het agressief bejegenen van politici en ambtenaren… (Zie een eerdere blog: (Stik)stof tot nadenken) Maar na een half jaar blijft nu wat mij betreft vooral gebrek aan respect voor onze vlag over. Dus: ik heb alle sympathie voor de Nederlandse boeren, maar ik begin me flink te ergeren aan die omgekeerde vlaggen. Houd daar eens mee op! En wel om de volgende redenen:

1. Er zijn mensen gesneuveld voor alles waar deze vlag voor staat: ze zijn thuisgebracht en begraven, bedekt met de Nederlandse vlag. De omgekeerde vlag, die inmiddels geen noodsignaal meer is maar een soort container-protestsymbool, is een belediging voor onze militairen en veteranen.

2. De vlag staat symbool voor dat Nederland waar we trots op zijn. Dat omvat voor mij ook het landschap, de akkers en de weiden. Trots op de boer betekent dan ook dat je het Rood-wit-blauw laat wapperen.

    3. Komt nog bij dat ik momenteel overal door weer en wind half afgescheurde en loshangende vlaggen zie, vaak in flarden. Daar is engagement allang vervangen door ongeïnteresseerde onverschilligheid: laat maar hangen. Het is ook een overtreding voor de landelijke regels voor het omgaan met de vlag, die vragen om enige eerbied voor het symbool.

    4. Het hoeft ook niet! Heel wat boeren en sympathisanten hebben al gekozen voor een Trots op de boer – vlag of desnoods een alternatieve tekst. Daarmee geef je aan te beseffen dat je niet alles moet willen doen met de nationale vlag.

    5. Daar komt bij dat slimme boeren (en alle boeren zijn vandaag slim, omdat ze anders die inderdaad ontzettend ingewikkelde mest/fosfaat/stikstofregels nooit zouden kunnen hanteren) nu toch in de gaten hebben dat hun noodsignaal gekaapt wordt door groeperingen die onze vlag inmiddels puur hanteren als een opgeheven middelvinger naar elke overheid en naar iedereen die zoekt naar enige nuance in de ingewikkelde discussies van tegenwoordig. Types die op Prinsjesdag staan te schreeuwen en te vloeken naar de Koning. Die de omgekeerde vlag hanteren als symbool voor de meest absurde complottheorieën. Die gewone werknemers als ‘landverraders’ met de dood bedreigen als ze op snelwegen gestortte rotzooi moeten opruimen of omgekeerde vlaggen van publieke plaatsen (lantaarnpalen enz.) verwijderen. Een trotse boer beseft dat hij/zij daar niet bij wil horen!

      Kortom, hijs het Rood-wit-blauw om aan te geven dat je trots bent op je bedrijf en op je land. Laat de vlag ook het symbool zijn dat we in deze problematiek als land gezamenlijk een weg moeten zoeken, zoals indertijd met de Deltawerken. Attendeer met die vlag de regering erop dat ze met een Nationaal Plan moeten komen voor landbouw en veeteelt gecombineerd met zorg voor het milieu. En niet kunnen volstaan met verwijzingen naar de Europese regelgeving, die in een land als het onze eenvoudig niet altijd toepasbaar is.

      Excuses…

      De laatste weken keek ik met toenemende verbazing naar het Journaal. Eerst ging het er jaren over dat Nederland excuses moest maken voor de slavernij en slavenhandel in vroegere eeuwen. En toen dat eenmaal zover was, kwamen de excuses blijkbaar te vroeg, op de verkeerde plek en uit de mond van verkeerde mensen… Bijna moesten er weer excuses voor de excuses worden gemaakt. Kortom: spijt, excuus, schuldbelijdenis – dat zijn blijkbaar ingewikkelde woorden. Het lijkt niet eenvoudig om hiermee de juiste toon aan te slaan. Je wilt dingen recht zetten, maar irritatie ligt op de loer. Bij alle partijen… Terwijl schuldbelijdenis en vergeving – zo weten we toch als Christenen? – geweldige woorden zijn, die helen en bevrijden. In de kerk en in de wereld kunnen we niet zonder!

      Iedereen weet dat de slavernij een afschuwelijke misstand was (en is). Het idee dat je medemensen beschouwt als eigendom, die je kunt verhandelen en uitbuiten is te gruwelijk voor woorden. En het is overigens geen verleden tijd: vrouwenhandel, kinderarbeid, zelfs letterlijke slavernij – het komt nog altijd in onze wereld voor. Mensen kunnen onmenselijk zijn, zo weten we. En Nederland hoorde bepaald niet bij de eerste landen die de slavernij officieel afschaften: pas in 1863 was het officieel zo ver. Hoewel er in ons land altijd protesten zijn geweest tegen de misstand van de slavernij, had het economisch gewin vaak voorrang. Toen bv. de kerk in de 17e eeuw uitsprak dat Christenen geen slaven konden zijn, omzeilden onze – Christelijke! – kooplui dat dan maar door de zending voortaan op een laag pitje te zetten of zelfs tegen te werken… Handel en winst gingen – als zo vaak – voor beginselen.

      Waarom is het dan zo moeilijk om daar schuldbelijdenis voor te doen? Onze regering vermijdt dat woord zorgvuldig: dat zal alles te maken hebben met de uit Amerika overgekomen financiële claimcultuur die tegenwoordig helaas hoogtij viert. Zodra dat woord valt draven advocaten naar de rechter om voor allerlei benadeelden compensatie te eisen. Dat is in dit geval erg jammer, omdat dat een inhoudelijk gesprek over de zaak in de weg staat. Vandaar dat premier Rutte onlangs namens de Nederlandse staat excuses gemaakt voor de slavernij. Dat klinkt een stuk neutraler dan schuldbelijdenis. En je loopt geen risico op claims…

      Ik schat het enthousiasme van de gemiddelde Nederlander voor de nationale excuses intussen niet hoog in. De nogal absurde discussies rondom het uitspreken van die excuses hebben vrees ik averechts uitgewerkt. Dat komt ook omdat zelfs de goede bedoelingen van onze overheid in deze tijd op een flink portie wantrouwen van alle partijen schijnt te stuiten, althans in het publieke domein. (Ik hoop altijd maar dat de zwijgende meerderheid van de bevolking hierin een stuk redelijker is.) Daar komt dan bij dat soms mensen deels niet lijken te (willen) begrijpen dat excuses van de Nederlandse Staat niet betekenen dat ieder van ons persoonlijk schuld zou hebben aan de (gevolgen van de) slavernij. Het gaat om een historische verantwoordelijkheid. En tenslotte is er de wat mij betreft begrijpelijke ergernis over een sfeer van blamen en claimen die rondom deze nationale excuses gehoord wordt. Ook dat lijkt mij overigens om een minderheid van kleine actiegroepen te gaan, zoals zo vaak. Ik heb niet de indruk dat de grote meerderheid aan Surinamers en Caribische landgenoten zich erg druk maken om deze kwestie…

      Het zou immers zonde (!) zijn als alle gesteggel rond die excuses en alle irritatie over dat gesteggel een echte dialoog over de zaak zelf in de weg zouden staan. Het is immers helemaal niet verkeerd om dingen die fout zijn geweest in ons collectieve en persoonlijke verleden te benoemen. Daar worden mensen niet minder van. Het kan verhoudingen doen opklaren en wegen naar toekomst openen. Maar dan wel graag een open gesprek, dat niet doodloopt in het gretig aanwijzen van slachtoffers en daders anno nu. Dat laatste schiet niet op. En niemand schiet er ook echt mee op. Laat staan dat er heilloze discussies zouden ontstaan over financiële compensatie. Dan is het einde zoek. Ik bedoel maar: ik heb als predikant nog mensen gekend die ooit in diepe armoe zijn groot geworden in plaggenhutten in de Veenkoloniën… Einde 19e eeuw hadden veel uitgebuite landarbeiders en arbeiders in sloppenwijken het niet veel beter dan ooit elders op de plantages. Sommige van die regio’s in ons land staan qua welvaart nog steeds op achterstand in ons land. Moeten nazaten persoonlijk om compensatie vragen? Bij wie? Dan kunnen we beter gezamenlijk energie steken in infrastructuur en goed onderwijs voor iedereen.

      Excuses kunnen al gauw holle woorden zijn, als er geen echte dialoog op volgt. Zo van: dat hebben we gelukkig weer gehad. Dat risico lopen nu alle partijen in de discussies. Voor je het weet toeteren we alleen maar slogans tegen elkaar. Want bij voorbeeld: zijn excuses pas geldig als ze aanvaard worden? Is het mogelijk om excuses te eisen op jouw voorwaarden? Excuses zijn nooit verkeerd, maar hebben weinig impact als ze afgedwongen worden. Dat maakt een echt gesprek vrijwel onmogelijk. Laat staan dat het iets positiefs uitwerkt. Het is een groot risico vandaag-de-dag dat mensen hun identiteit vinden in slachtofferschap en dat laatste zelfs als een soort machtsmiddel hanteren. Daar is uiteindelijk niemand bij gebaat, vooral zijzelf niet. En het is ook veel te simpel om alle achterstand in de wereld en tekort in eigen leven te wijten aan historische misstanden en/of ontoereikend overheidsbeleid. En het is net zo simpel om je schouderophalend van het probleem af te maken: we hebben nu eenmaal een verantwoordelijkheid voor elkaar. Dat maakt ons tot mensen, schepselen Gods. En laat duidelijk zijn: het is een groot vergrijp jegens onze Schepper en Verlosser als mensen denken, leven en handelen alsof zij andere mensen in eigendom hebben. Dat is schuld. En dat is breder en gaat verder dan de slavernij in vroeger eeuwen.

      Ofwel, er is nu eenmaal schuld in de wereld. En het gaat meestal niet aan om daar alleen ‘de ander’ op aan te spreken: het zit dieper, zowel gezamenlijk als persoonlijk. Dat hebben we gezamenlijk te belijden en daar hebben we gezamenlijk aan te werken. Waarom gebruiken we elkaar, ontmenselijken we elkaar? Daarvoor hoeven we echt niet naar het verleden te kijken. Het is overal.

      In de Kerk hanteren we die bleke woorden als excuses liever niet. Als gezegd, wij krijgen vanuit het Evangelie hoge (en pijnlijke) woorden mee als schuldbelijdenis en schuldvergeving. We weten dat we vergeving nodig hebben. Dat de wereld een Redder nodig heeft. En juist Christenen weten ook dat zonde en schuld kunnen voortwoekeren in de wereld en in de tijd! Dat belijden we nota bene bij elke doop van een mensenkind. Kortom, we moeten ons niet makkelijk van dat soort vragen afmaken. Christus is naar deze wereld gekomen om ons te redden van onze zonden en leerde ons dagelijks te bidden om vergeving van onze schulden. Dat hebben we allemaal nodig, wat onze afkomst ook is.

      (Stik)stof tot nadenken

      Crisis Vroeger hoorde je nooit over stikstof: je ademde het gewoon voortdurend in… Nu hebben we het over een stikstofcrisis. Feitelijk een verkeerde naam, want de problemen zitten in stikstofverbindingen als stikstofoxide en ammoniak. En teveel van dat spul is niet goed voor het milieu, zorgt voor verzuring van de bodem en bedreiging van de bio-diversiteit. Daar moet je dus wat aan doen, want we moeten zuinig zijn op de Schepping (waar wij immers zelf deel van uitmaken). Tot zover is iedereen het wel eens. (Het is nogal onverstandig en onwijs om net te doen of er niets aan de hand is!) Overigens: de agrarische sector heeft de stikstofuitstoot de afgelopen 30 jaar met zo’n 60% weten te reduceren. Maar de laatste jaren stagneert dat. Laat dat zo zijn: de overheid heeft echter al die jaren niet uitgeblonken door duidelijk beleid, terwijl men nu opeens versneld hoge eisen gaat stellen, afgedwongen door gerechtelijke uitspraken die weer gebaseerd zijn op Europese wetgeving. En daar hebben we vervolgens de crisis: boze boeren voelen zich eenzijdig voor het blok gezet, demonstraties en blokkades, vlaggen op de kop enz. Eindeloze discussies in de (sociale) media en in de politiek. Groepen lijken inmiddels zo diametraal tegenover elkaar te staan dat een normaal gesprek al bijna onmogelijk lijkt te worden… Dat laatste vind ik erg en niet goed.

      Leve de boer! Ik heb altijd in dorpen gewoond met nog heel wat boeren: melkveehouders en/of landbouwers. Dus heb ik automatisch sympathie voor de boeren: altijd harde werkers, nauw verbonden met hun dieren, hun land, hun bedrijf. Boer-zijn is een manier van leven. Bovendien vormen ze het Nederlandse landschap. Ik ben altijd blij om koeien (schapen, geiten enz.) buiten te zien lopen. Mijn opa was een kleine boer, met een gemengd bedrijf in Driebergen: melkkoeien, kalveren, varkens, kippen, graan, mais, aardappels… (Tegenwoordig heet dat dan weer heel hip circulair boeren…) Hij moest die boerderij uiteindelijk beëindigen, omdat alles rondom (overheid, banken, grote boeren) inzette op veel grotere, efficiënte bedrijven. In de laatste halve eeuw is zo’n 70% van de boerenbedrijven beëindigd, omdat alle beleid gericht was op groei en schaalvergroting. Talloze boerderijen zijn overgenomen en uitgekocht. (Dat de overheid boeren zou willen uitkopen is dus niks nieuws en geen probleem, mits er een goede prijs voor betaald wordt. Je kunt je alleen ernstig afvragen of het verstandig is om daar miljarden aan belastinggeld in te stoppen, zoals de regering suggereert.) Intussen is mede door die schaalvergroting de Nederlandse landbouw en veeteelt een gigantisch succes geworden: een wereldspeler zoals dat heet. Maar nu raken we de grenzen van de groei. Dat geldt overigens voor heel onze samenleving! Het is een gezamenlijk probleem van onze samenleving: het is niet eerlijk om dan vooral naar de boeren te kijken. Maar los daarvan: het lijkt me billijk om in deze tijd ook kritisch te kijken naar de schaduwkanten van de industriële en zeer intensieve vormen van akkerbouw en veeteelt. En los nog van milieuoverwegingen: het is toch verschrikkelijk wat voor ravage op boerderijen wordt aangericht door allerlei besmettelijke ziekten, die steeds vaker voorkomen? We spreken dan eufemistisch over ruimen, maar dan gaat het eenvoudig over het massaal afmaken van dieren. Deels ook omdat het economisch niet anders kan. Dit kunnen we dieren en mensen niet aandoen. (En dan hebben het nog niet eens over dierenziektes, die steeds makkelijker overslaan naar mensen!) Het ligt dus voor de hand dat er goed nagedacht wordt over een ander landbouwbeleid. En dan niet gericht op nog meer schaalvergroting.

      Miscommunicatie

      Stikstofcrisis of communicatiecrisis? De meeste boeren (in mijn ervaring) willen echt wel nadenken over noodzakelijke veranderingen: ze zien de de problemen heus wel en hebben uiteindelijk ook baat bij meer zorg voor het milieu: ze leven daar immers midden in en zijn er van afhankelijk. De ‘eisen‘ van de gemiddelde boer zijn daarom eigenlijk heel overzichtelijk: een langjarig perspectief voor akkerbouw en veeteelt (dus niet om de paar jaar nieuwe maatregelen); de mogelijkheid om een gezinsinkomen uit je bedrijf te halen; uitzicht om het bedrijf eventueel over te kunnen dragen aan een volgende generatie. Dat is bepaald niet extreem… De overheid op haar beurt moet om allerlei redenen milieumaatregelen gaan nemen, ook omdat men dat lang vooruit geschoven heeft. Die stikstofuitstoot lijkt me trouwens maar één onderdeel van een veel grotere problematiek: opwarming / uitdroging / drinkwaterschaarste / verzilting enz. enz. En laten we wel wezen: de overheid moet daar ook wat aan doen om een betrouwbare overheid te zijn, met het oog op de toekomst en volgende generaties. Kortom, alle reden om daar met elkaar over in gesprek te gaan en te komen tot beleid. Zo doen we dat in Nederland al eeuwen. Maar om een of andere reden lijkt het in ons land tegenwoordig ontzettend moeilijk om helder te communiceren… In de coronatijd hadden we dat ook al. Om nog maar te zwijgen van al die ellende rondom de kinderopvangtoeslagen. Momenteel zit er ontzettend veel wantrouwen in de onderlinge communicatie en daar is niemand mee geholpen. Wat mij betreft blundert de regering door een volkomen misleidend kaartje over toekomstige bedrijfsbeëindiging bij de boeren over de schutting te gooien (terwijl de provincies dat nog moeten uitwerken), daarna de niet enorm neutrale Remkes aan te wijzen als bemiddelaar en vervolgens met zomerreces te gaan. Dan zaai je onrust ondanks alle beloften van een nieuwe bestuurscultuur. Aan de andere kant wordt de overheid weer geframed als zouden ze massaal land van de boeren willen afpakken, alle veeteelt liefst beëindigen en alle landbouwgrond omzetten in natuur… Dat is helemaal niet aan de orde, al zijn er ongetwijfeld enkele politieke partijen en milieuclubs die dat graag zouden willen. Maar beoordeel elkaar niet op extremen en ga gewoon praten. Al dat gedreig van die Farmers Defense Force klinkt stoer, maar brengt natuurlijk geen oplossing.

      Het torentje, Den Haag…

      Regeren of reageren De laatste tijd heb ik sterk de indruk dat onze regering vooral ad hoc reageert, in plaats van te regeren. Natuurlijk, dat zal ook komen door de voortdurende versnippering van het politieke landschap: wij stemmen steeds meer belangenpartijen in de Tweede Kamer, zodat politici vooral benauwd lijken om bij een volgende verkiezing weggestemd te worden. In ons systeem moeten we het hebben van gezamenlijkheid en dat wordt lastig met 20 partijen, waarvan er inmiddels een flink aantal zich helemaal niet druk maken over regeringsverantwoordelijkheid, maar vooral lijken te willen scoren in de publieke opinie. Dat kweekt in het centrum angstige politici, die duiken als het spannend wordt. Onze minister-president Rutte is de langstzittende premier ooit en lijkt weinig concurrentie te hebben, maar veel daadkracht kan ik niet meer ontdekken. Ook deze stikstofcrisis lijkt vooral een wat paniekerige reactie te zijn, afgedwongen door de rechter die zich weer baseert op Europese regelgeving. Ik hou er niet van als rechters beleid afdwingen (op initiatief van zwaar gesubsidieerde milieubewegingen): daar zijn regering en parlement voor. Het zou toch goed kunnen zijn dat de huidige impact van al die versnipperde Natura2000-gebieden en -gebiedjes op het Nederlandse landbouw (en woningbouw)beleid veel te groot is, omdat ons land veel dichtbevolkter is dan andere streken in Europa? Dan lijkt het me een taak van de regering om met een nationaal plan te komen en niet slaafs Europese regels te volgen. (Europa houdt zich immers zelf ook aan geen énkele begrotingsregel…) Let wel: er is alle reden om tot ander beleid te komen in regio’s waar de vee-dichtheid totaal uit de hand gelopen is (Gelderse vallei, de Peel bv.) en het kleine Nederland hoeft ook niet de tweede voedselexporteur van de wereld te zijn! Maar ik ziet niet in waarom een melkveebedrijf moet verdwijnen omdat het tegen een Natura2000-gebied aan ligt: het is allebei bewerkte, ontwikkelde natuur. Daar moeten andere regels voor te verzinnen zijn, waaronder natuurbeheer door de boeren zelf. Komt bij dat ik me toch afvraag of de stikstofdepositie in Natura2000 uiteindelijk niet een minor problem is?! Daarin gaat het om behoud van her en der nogal strikt gelabelde bio-diversiteit. Is dat niet ergens peanuts vergeleken met de grote milieu-vraagstukken, waar ik me terdege zorgen over maak. Ik denk niet dat de aarde zelf in gevaar is, maar wel degelijk de leefbaarheid op deze aarde, voor ons mensen en vooral voor nieuwe generaties. Maar dat vraagt niet zozeer om grote inkrimping van de boerenstand, maar vooral om de bereidheid van ons allemaal om stappen terug te doen qua welvaart en leefpatroon. Zijn we daartoe bereid? Dat is de kwestie en daar moet een veel meer omvattend beleid voor komen. Daar mogen ook Christenen terdege over nadenken omdat deze aarde ons immers toevertrouwd is om te bouwen en te bewaren.

      Vlag van het Noord-Duitse Sleeswijk-Holstein

      Toekomst voor de boeren Ik kan me Nederland niet voorstellen zonder boeren! Corona en oorlogen in Europa leren ons ook dat een eigen voedselvoorziening belangrijk is. We lopen in onze tijd tegen de limiet aan van een industriële landbouw en veeteelt, maar onze boeren zijn inventief genoeg om in te zetten op een ander meer natuurgericht model, met minder kunstmest en geïmporteerd veevoer enz. Maar dat moet de overheid een gezonde bedrijfsvoering wel ondersteunen met consistent beleid en dat moeten wij ondersteunen door bv. hogere prijzen te betalen voor regio-producten, zoals bv. de Oostenrijkers massaal doen. Ik hoop ook dat het broodnodige overleg dan weer op een normale manier op gang komt. Net zomin alsdat je iets opschiet met wantrouwen tegen ‘de boeren‘, schiet je iets op met georganiseerd wantrouwen tegen ‘de overheid’. Dat laatste wordt momenteel ook opgejut door allerlei clubs die ook rondom corona al leven van woeste complottheorieën. Dat bedreigt het vermogen van ons land om gezamenlijk crises aan te pakken. Grote delen van ons land hangen tegenwoordig vol met vlaggen van Sleeswijk-Holstein. Goed, laat dat een signaal van nood zijn, maar waak ervoor om meegesleept te worden in anti-overheids-argwaan. Ik ben niet van die omgekeerde vlaggen, juist omdat ik ons mooie boerenlandschap een belangrijk deel vind van onze nationale geschiedenis. Daar hoort rood-wit-blauw bij. Maar goed, liever een omgekeerde vlag dan snelwegblokkades, bedreigingen en afvalverbrandingen. Hou vooral op met dat laatste. Ga het overleg aan. Nederland kent de wereld aan boeren met creatieve ideeën. En laat de overheid komen met een landelijk plan, in plaats van alleen maar in te zetten op D’66-shibbolets zoals de stikstoffixatie.

      Bedenktijd

      Een paar jaar geleden stemde de Tweede Kamer massaal voor een voorstel (van linkse partijen) om een wettelijke bedenktijd in te voeren bij de aankoop van huisdieren (14 dagen). Een en ander moet impulsaankopen voorkomen. En huisdieren beschermen tegen verwaarlozing of gedumpt worden. Eerder al werd die bedenktijd ingevoerd voor het aanschaffen van spullen op internet (14 dagen), een eigen huis (3 dagen) en voor nog veel meer zaken. Hier ging het er vooral om de consument te beschermen.

      Dezer dagen wordt in de Tweede Kamer triomfantelijk de 5 dagen bedenktijd afgeschaft tussen de aanvraag en de uitvoering van abortus bij ongewenste zwangerschap. Deze bedenktijd is namelijk betuttelend en patriarchaal…

      Allerlei columnisten, politici en opinionleaders kraaien victorie over deze overwinning van het zelfbeschikkingsrecht van vrouwen. Men heeft het over abortus als mensenrecht, dat volgens de Franse president zelfs in het handvest van de Europese Unie verankerd dient te worden. Alle bezwaren tegen abortus worden onmiddellijk geframed als reactionaire bevoogding van vrije vrouwen.

      Ik ben oud genoeg om me de beladen discussies in de zeventiger jaren te herinneren, toen de Tweede Kamer er kamerbreed van doordrongen was dat abortus op z’n best een noodzakelijk kwaad was. En niet een soort vorm van geboortebeperking. Kamerleden van de VVD en de PPR (nu GroenLinks) stemden toen nog tegen om principiële redenen.

      Ik besef heel goed hoe ingewikkeld de omstandigheden van ongewenst zwangere vrouwen kunnen zijn: illegale ingrepen e.d. moeten voorkomen worden. Maar het is me totaal onduidelijk waarom allerlei seculiere partijen het afschaffen van 5 dagen bedenktijd als een soort ultieme overwinning voor mondige mensen claimen. Zelfs een aantal abortusklinieken heeft deze week gepleit voor het handhaven van de bedenktijd. Het is immers niet zomaar een ingreep. Het gaat over leven en dood. Dat kun je niet reduceren tot zelfbeschikkingsrecht. En zelfs al zou je dat wel doen: wat is er dan tegen bedenktijd? Als dat bv. wel gewenst is voor de aanschaf van huisdieren? Een cavia wordt in Nederland beter beschermd dan een ongeboren kind.

      The Great Reset?

      Laatst werd een collega trending topic op het internet vanwege een waarschuwende preek over The Great Reset. Het is mooi dat we tegenwoordig online-kerkdiensten hebben, maar dat betekent dat je rekening moet houden met luisteraars/kijkers die de dingen net even anders kunnen horen dan je bedoelt. Je moet kortom in de kerk nog meer op je woorden letten dan normaal. De betreffende collega heeft de preek min of meer teruggetrokken, omdat hij enerzijds op het schild werd geheven door allerlei mensen die rondom corona wereldwijde samenzweringscomplotten vermoeden en anderzijds verketterd werd als ‘achterlijke fundamentalist’. Dat soort reacties zijn het laatste waar je aan denkt als je een preek voor de gemeente schrijft, maar het kan dus gebeuren…

      Maar waar gaat het eigenlijk om in zo’n Great Reset? Nou, op onze routers / computers enz. zitten soms van die (heel kleine) knopjes waarmee je als laatste redmiddel (als de boel weer eens vastgelopen is) het apparaat kunt resetten, terugzetten naar de oorspronkelijke instellingen. Opnieuw beginnen dus! Stel dat er nou ook zo’n resetknop op onze samenleving zit… Een frisse herstart en een nieuw begin. Zo’n knop is er natuurlijk niet: dat zouden we zelf moeten doen. Dus waren er een paar jaar geleden visionaire types die opperden dat onze wereld vastliep door de pandemie, door de klimaatcrisis, door de vluchtelingencrisis enz. Never waste a good crisis – werd het niet eens tijd om de problemen van onze wereld heel anders aan te pakken? Tijd voor een Great Reset dus?

      Nou zal het voor iedereen duidelijk zijn dat de boel inderdaad her en der vastloopt. Het heikele punt is natuurlijk: wie moeten dat resetten dan gaan doen? En wat gaan ze dan doen? Als dat soort geluiden dan komt uit de kring van mondiale bedrijven, non-gouvernementele organisaties en superrijke types, dan is vandaag de argwaan snel gewekt. In deze tijd hebben we toch al het gevoel weinig invloed te hebben op allerlei beslissingen die ons leven raken. Dan gaan de lichten gauw op rood als we iets horen over de beoogde herinrichting van onze samenleving. Gaat dat zonder-ons-over-ons? Hoewel iedereen wel snapt dat je mondiale problemen alleen maar mondiaal kunt oplossen is er tegelijk wantrouwen. Complotgedachten zijn tegenwoordig ook nooit ver weg: ‘Gebruikt men de corona-crisis als een soort hefboom om er een soort niet-gekozen wereldregering door te drukken?’ ‘Is corona soms zelfs al een complot?’ Dat soort gedachten zijn wat mij betreft aperte onzin. Vaak gaat het o.a. ook om idealistische organisaties / personen, die het graag goed met de wereld voor hebben – we hebben immers maar één wereld, die inderdaad kreunt onder de problemen. Het is mooi om daar wat aan te willen doen! Maar het kan geen kwaad om waakzaam te zijn. De geschiedenis kent immers heel wat totalitaire ideologieën die vrijheid van de mensen afpakten met de belofte een betere samenleving te zullen brengen… Heel wat dromen over een soort reset van de wereld eindigden in terreur. Komt ook bij: die grote bedrijven van tegenwoordig willen vooral geld verdienen…

      Toren van Babel / Gen. 11 (Bruegel)

      In zekere zin gelooft ook de Christelijke Kerk in een Great Reset: een nieuwe hemel en een nieuwe aarde, als God alle dingen nieuw maakt. Alleen Hij kan dat – dat gaat ons oude mensen niet lukken. Intussen is geloven natuurlijk niet: met de armen over elkaar wachten tot God op die knop drukt. God werkt immers naar die vernieuwing toe door de liefde en vergeving van Christus, die ook in en door Zijn volgelingen wil werken. We horen bewogen te zijn met deze wereld, juist als ze – met de woorden van Paulus (Rom. 8: 22) – ‘zucht en lijdt’, hunkerend naar de toekomst van de HERE. Maar we zijn ook beducht voor mensen die één wereld willen bouwen zónder God (vgl. Genesis 11). Vandaar die preek van mijn collega, die niet opriep tot argwaan en wantrouwen, maar tot geloof en waakzaamheid.

      De gewraakte preek ging over Openbaring 13. Daar is sprake van een overheid, die grote successen tot stand brengt, maar ook een totale, onvoorwaardelijke loyaliteit van haar onderdanen eist, om niet te zeggen: een religieuze toewijding. Het is de overheid die zich als haast goddelijk (het getal 666!) presenteert en ingrijpt in de gewetensvrijheid van de mensen, voor hun ‘bestwil’ natuurlijk. Het laatste Bijbelboek zal denken aan Romeinse keizers die aanbidding eisten op straffe van de dood, maar die lijn laat zich doortrekken naar veel heersers in onze geschiedenis. Christenen moeten inderdaad waakzaam zijn en nee zeggen tegen een overheid die niet dient, maar feitelijk geloof en overgave eist. Daarom zullen we ook beducht zijn voor een overheid die ingrijpt in het privé-domein (of dat min of meer uitbesteedt aan machtige Big Tech-bedrijven).

      Intussen is dat niet het enige dat zich vanuit de Bijbel laat zeggen over de overheid. Die andere lijn vinden we in Romeinen 13. Daar horen we juist dat de overheid in dienst van God is, voor ons welzijn. De overheid heeft gezag om de kwetsbaren te beschermen en de boosdoeners te straffen. Vandaar in het Nieuwe Testament de oproep – ook van onze Heer Jezus Christus! – om de overheid te respecteren, omdat het anders immers een chaos wordt in de wereld. Als iedereen doet wat ‘ie zelf wil, wordt het hier een anarchie, waarin het recht van de sterkste heerst. De overheid wordt geroepen tot recht en gerechtigheid en staat als zodanig in dienst van God. Vandaar de herhaalde oproep in de Bijbel om niet te schelden en te tieren op de overheid, maar voor hen te bidden, zelfs al heb je het een en ander aan onrecht van hen te lijden. Zelfs al zou je in sommige situaties nee zeggen tegen het beleid van die overheid, dan nog hou je in het gebed vast aan de roeping Gods van die overheid.

      Zo laveren Christenen altijd heen en weer tussen Romeinen 13 en Openbaring 13. Twee-sporen-beleid! Je bent dankbaar dat er een overheid die het goede probeert te doen, ook al gaat dat gepaard met fouten. Je bent waakzaam voor overheden die een ideologie proberen op te leggen, maar blijft ervoor bidden. Je zegt nee tegen een overheid die zich in Gods plaats zou stellen en absolute gehoorzaamheid eist. Dan nog blijven we ervoor bidden. En leven uit de verwachting van een nieuwe hemel en een nieuwe aarde, de Great Reset, die God is begonnen en zal voleinden.

      Influencers (3): Leonard Cohen en Nick Cave

      [De laatste jaren stuitte ik regelmatig op het verschijnsel influencer: doorgaans mij volstrekt onbekende meisjes die op de social media producten promoten en daarmee talloze volgers ‘beïnvloeden = influencen’… Dat is aan mij niet zo besteed, maar uiteraard ben ik ook beïnvloed door heel veel mensen. In tijden van quarantaine pluk ik dus wat boeken – of cd’s/dvd’s – uit mijn boekenkast en bouw een soort a-b-c van mijn geestelijke ‘influencers’]

      Zou ik me strak aan een a-b-c van theologen houden (niet dus), dan kan ik bij de c niet om Johannes Calvijn heen… En uiteraard ben ik ook flink door hem beïnvloed. Ik zou zeggen: lees zijn Institutie maar eens! Staat compleet op internet. Ik wil echter een uitstap maken naar een paar singer-songwriters: Leonard Cohen (1934 – 2016) en Nick Cave (1957).

      Leonard Cohen - Wikipedia
      Leonard Cohen

      Leonard Cohen verzorgt al bijna een halve eeuw een flink deel van de soundtrack of my life and soul. Heel wat autoritten zijn afgelegd en veel preken zijn gewrocht met de donkere stem van Cohen op de achtergrond. Oorspronkelijk is hij vooral een dichter / schrijver, die onderweg ergens op het lumineuze idee kwam zijn gedichten onder gitaarspel te zingen. De rest is geschiedenis. Zijn teksten, gecombineerd met de melancholieke toon van zijn ‘golden voice’, vervelen me nooit. Bij Cohen kan de taal nogal meervoudig zijn: woorden over liefde en sex kunnen naadloos overgaan in woorden over geloof en God. In zijn liederen zitten ontelbaar veel verwijzingen naar de Bijbel, maar je moet wel uitkijken om dat meteen al te vroom uit te willen leggen… Cohen heeft (zoals zijn achternaam aangeeft) joodse wortels, is deels Christelijk grootgebracht, is zeer gefascineerd door de gestalte van Jezus Christus, flirtte een tijd lang met het Boeddhisme om uiteindelijk toch weer het Joodse geloof min of meer te omhelzen.

      Mijn eerste kennismaking met Cohen – als wat sombere puber – was het overbekende, eindeloos gecoverde Suzanne. Dat lied is uiteraard een hommage aan een vriendin. ‘Women have been exceptionally kind to me’, zong Leonard op zijn oude dag en dat mag je een understatement noemen. Maar ik werd meteen getriggerd door de woorden over onze Heer:

      And Jesus was a sailor when he walked upon the water
      And he spent a long time watching from his lonely wooden tower
      And when he knew for certain only drowning men could see him
      He said all men will be sailors then until the sea shall free them

      Voor het eerst – en niet voor het laatst – besefte ik dat dichters / schrijvers / zangers de Schriften zomaar adequater kunnen uitleggen dan theologen. Uiteraard kende ik het verhaal over de impulsieve Petrus die zijn Heer over het water tegemoet wil lopen. Tot mislukken gedoemd natuurlijk – zo groot is ons geloof niet. Maar de twist die Cohen er vervolgens aan geeft: ‘Only drowning men could see Him’ raakt me tot op de dag van vandaag. Het is een diep bevindelijk inzicht.

      Voor en na (!) de dood van Cohen zijn nog meerdere albums uitgebracht. Daarop is hij her en der aan het afscheid nemen van het leven, zich aan het voorbereiden op de dood. Worstelend met God vanwege pijn en verdriet in deze wereld. Maar daar is ook steeds vertrouwen, geloof in liefde, en zomaar overgave aan God. In You Want It Darker horen we allemaal woorden uit het Oude Testament en uit klassieke Joodse gebeden: ‘Hineni, I’m ready, my Lord’. Hineni is Hebreeuws voor ‘Hier ben ik’ (Gen. 22: 1) – overgave en beproeving… Verderop klinkt een aangevochten echo van het Kaddish, het gebed voor de doden en van de rouwenden. ‘Magnified, sanctified, be thy holy name’ Toch! Ook als alles donker wordt.

      The Brutality and Tenderness of Nick Cave's Newsletters | The New Yorker
      Nick Cave

      Een andere singer-songwriter waar ik de laatste jaren naar moet luisteren is dus Nick Cave (1957), groot bewonderaar overigens van Cohen. Ook hij is al een leven lang gefascineerd door God, Jezus Christus en religie, en stopt veel Bijbel in zijn teksten, zonder overigens gelovig te willen heten.

      “So, do I believe in God? Well, I act like I do, for my own greater good. Does God exist? Maybe, I don’t know. Right now, God is a work in progress.”

      Waar bij Leonard Cohen de bitterheid het nooit wint van verlangen, ligt Nick Cave eigenlijk voortdurend overhoop met God. Ik ken geen zanger die z’n ziel zo hartverscheurend open legt in zijn liederen. Het is soms nauwelijks uit te houden. Toch is het gebed nooit ver weg: Uit de diepte roep ik… Tot Wie? Hij weet het niet goed. Maar hij roept om gehoor te vinden (Ps. 77).

      Een aantal jaren geleden verloren Cave en zijn vrouw hun zoon bij een ongeluk. In zijn songs sindsdien is hij vaak met een wanhopig verdriet op zoek naar zijn verloren kind. De laatste jaren – beluister het imposante album Ghosteen – komt er ook meer ruimte voor vertrouwen, zo lijkt het. “Well, sometimes a little bit of faith can go a long, long way”, zingt hij in het aangrijpende Waiting For You, als hij een Jesus-freak ziet die de komst van de Heer verwacht. Op wie wacht hij zelf eigenlijk, naar wie ziet hij uit, is hij Waiting For? Gaat dat over een geliefde, over zijn uit het leven gevallen kind, over Christus – of alles tegelijk? Bij Cave is nooit iets een-voudig…

      Naar Cohen kan ik uren achter elkaar luisteren, maar Nick Cave zingt bepaald geen achtergrondmuziek. Hij is in zijn liederen verbijsterend en genadeloos direct, als een soort profeet die eenvoudig moet zeggen wat er gezegd moet worden. Vroeger was hij me vaak te maniakaal, nu kan ik er bij – we zullen allebei veranderd zijn in en door het leven, zoals ieder mens verandert.

      Een meer toegankelijk lied van hem dat velen zullen kennen (en dat dan ook opduikt in de Top 2000…) is Into my arms (1997). Het is een liefdeslied, dat inzet met de overtuiging niet te kunnen geloven in een God, die ingrijpt in dit leven. Maar toch wordt het lied een zeer intens gebed tot God om over zijn geliefde te waken en haar voor hem te bewaren.

      Leonard Cohen is tot voorbij zijn laatste snik blijven zingen. Zijn zoon Adam voltooide het laatste album na zijn dood. Een van z’n eenvoudiger liedjes gaat over dat zingen: You got me singing / Even tho’ it all went wrong / You got me singing / The Hallelujah song. Mooi is dat! Ziel, gij zijt geboren tot zingen voor de HEER uw God.

      Influencer (2): Bram van de Beek

      Dr. A. van de Beek
      [De laatste jaren stuitte ik regelmatig op het verschijnsel influencer: doorgaans mij volstrekt onbekende meisjes die op de social media producten promoten en daarmee talloze volgers ‘beïnvloeden = influencen’… Dat is aan mij niet zo besteed, maar uiteraard ben ik ook beïnvloed door heel veel mensen. In tijden van quarantaine pluk ik dus wat boeken uit mijn boekenkast en bouw een soort a-b-c van mijn geestelijke ‘influencers’]

      ‘Als ik aan God denk, dan kreun ik’ – dat is een krasse uitroep die we horen in Psalm 77. Nog altijd kom je her en der het misverstand tegen dat mensen die in God geloven het zichzelf makkelijk maken. Het geeft alleen maar aan hoe weinig mensen vaak begrijpen van geloof en geloven. Het is eerder andersom: niet-gelovigen zullen op de vraag naar alle verdriet en ellende in de wereld uiteindelijk niet veel verder komen dan de uitdrukking ‘shit happens’, hoe ontoereikend ook – alles is immers toeval? Maar gelovige mensen zullen dan altijd overhoop liggen met God. Het waarom?! schreeuwt omhoog uit de Bijbel, rauw en luidkeels. Tot in de ultieme wanhoop van onze Heer Zelf: ‘Mijn God, waarom hebt Gij Mij verlaten?’

      Over dit probleem – dat ieder gelovig mens herkent – kun je natuurlijk eindeloos piekeren. In theologisch jargon gaat het dan vaak om de vraag naar de Theodicee: hoe moet je de ellende in de wereld nu op een goede manier verbinden met God, van Wie wij immers belijden dat Hij almachtig is en goed… Daar zijn wel een miljoen boeken over geschreven. Ik heb in mijn jeugd letterlijk wakker gelegen van dat soort vragen, almaar zoekend naar manieren om God zo ver mogelijk bij alle leed en verdriet vandaan te houden. En natuurlijk kan ik er nog steeds wakker van liggen, vooral als mensen iets verschrikkelijks mee maken en jij dan als predikant geacht wordt een goed Woord namens God te spreken… Maar de vraag naar de Theodicee stel ik eigenlijk niet meer, omdat ik inmiddels wel weet dat je geen sluitend antwoord op al die waarom? -vragen gaat vinden. God geeft immers niet op alle vragen antwoord. Hij geeft Zichzelf en laat dat nu uiteindelijk het enige antwoord zijn dat we nodig hebben.

      Bovenal: wat schiet ik er mee op als ik God zo ver mogelijk bij alle leed en verdriet vandaan wil houden? Dan ben ik Hem kwijt juist daar waar ik hem nodig heb! Zo kom ik terecht bij het het boek Waarom? uit 1984 van dr. A. van de Beek. Theologische boeken die je met rooie oortjes leest zijn nogal zeldzaam, maar dit boek heb ik letterlijk stukgelezen. Ook bij Van de Beek trouwens ga je hèt antwoord op de vraag naar lijden en verdriet heus niet vinden, hetgeen hij overigens ook nergens pretendeert. Wat was voor mij dan zo adembenemend aan dit boek? Vooral de intense manier waarop hij álle woorden van de Bijbel serieus nam, zelfs de zwaarste teksten. Op een wat mij betreft innig vrome en bevindelijke manier worden alle woorden Gods eerbiedig gehoord, over de almacht van God en de goedheid en barmhartigheid van God, juist ook daar waar ze lijken te botsen. De toon van dit boek was voor mij een verademing, omdat hier de pijn van de mensen èn Gods Woord èn God Zelf met liefde, vertrouwen en ernst werden gehoord.

      Uiteindelijk probeert Van de Beek in zijn boek – en in al zijn boeken trouwens! – alle draden in Jezus Christus aan elkaar te knopen, omdat we in Hem God Zelf ontmoeten. Ook dat was een verademing omdat ik theologie studeerde in een klimaat waarin Christus nou niet echt centraal stond.

      De manier overigens waarop Van de Beek alle Waarom?-vragen verbond aan de gekruisigde Christus kon/kan ik niet altijd volgen (in de dubbele betekenis van die uitdrukking…), maar het boek heeft me echt verder geholpen. Niet in het oplossen van mijn vragen, maar in het vragend onderweg zijn met de Heer. En inderdaad: je kunt de Waarom?-vraag alleen maar aan God stellen als je ook wilt horen naar het Evangelie van Jezus Christus. Dat maakt een algemeen gesprek over God en het lijden dan ook vrijwel onmogelijk! Immers, over welke God heb je het, als je het niet over de Vader van Jezus Christus wilt hebben?

      Maar dit boek heeft mij echt verder geholpen en ik blijf met eerbied luisteren naar Van de Beek, één van de meest originele, dwarse en gelovige theologen van onze tijd. En uiteraard blijf ik ook over al dit soort vragen nadenken, al is het wonderlijk dat ik tegenwoordig houvast vind in een klassieke geloofshouding, waartegen ik me als tiener juist drastisch afzette… Zoals hieronder verwoord door een andere nogal tegendraadse theoloog…

      De enige reden waarom ‘alle dingen’ zijn uit te houden is omdat God, de almachtige Schepper van hemel en aarde, als met Zijn hand alle dingen regeert en onderhoudt. (…) Als God zelf louter traan is, hoe zou Hij tranen kunnen drogen?

      H.M. Kuitert
      Uitgelicht

      Influencer (1): Aurelius Augustinus

      [De laatste jaren stuitte ik regelmatig op het verschijnsel influencer: doorgaans mij volkomen onbekende meisjes die op de social media producten promoten en daarmee talloze volgers ‘beïnvloeden = influencen’… Dat is aan mij niet zo besteed, maar uiteraard ben ik ook beïnvloed door heel veel mensen. In tijden van quarantaine pluk ik dus wat boeken uit mijn boekenkast en bouw een soort a-b-c van mijn geestelijke ‘influencers’]

      Augustinus van Hippo

      ‘Onrustig is ons hart in ons, totdat het z’n rust vindt in U, o HEER’

      Dit woord van de kerkvader Augustinus (354 – 430 A.D.) gaat al een leven lang met me mee. ‘Hoop op God, onrustige ziel van mij…’ staat ook al in Psalm 42. Repos Ailleurs, ‘de rust is elders’ . Dat is toch wel een soort grondlijn in mijn geloofsbeleving.

      Belijdenissen

      Het is een hele ervaring om de Belijdenissen van Augustinus (waaruit dat citaat komt) te lezen. Hoewel 16 eeuwen oud, is het een verbijsterend ‘modern’ boek: een soort autobiografie vol zelfanalyse, waarin Augustinus in een soms hallucinerend taalgebruik tot zijn Heer en Schepper spreekt over zijn leven en ziel. ,,Ik was God kwijt en ik was mezelf kwijt, maar ik vond mezelf weer doordat ik God weer vond.” Onderweg met zichzelf wil hij ook de lezer meenemen op de weg naar God. Vroeger – toen ik slimmer was… – heb ik hele lappen in het Latijn moeten lezen, maar nu heb ik de knoestige vertaling van Sizoo gebroederlijk naast de meer literaire vertaling van Wijdeveld staan. Het blijft een fascinerend boek, al kan Augustinus soms wel heel diep in zichzelf wroeten.

      Augustinus woonde en werkte (als bisschop) het grootste deel van zijn leven in wat nu Noord-Afrika is, in de nadagen van het West-Romeinse Rijk, een onrustige tijd. Zijn boek Over de stad van God probeert het onderscheid te verwoorden tussen de menselijke staten, die komen en gaan, en het Koninkrijk Gods, dat komt en blijft. Zo heeft hij een enorme invloed op het Christelijk denken uitgeoefend, tot op de dag van vandaag. Hij pakte ook de intense woorden van de apostel Paulus weer op: ‘door Gods genade (in Christus) ben ik wat ik ben / wie ik ben’ (vgl. I Kor. 15: 10) – de diepte daarvan overdenkt hij eindeloos. De Reformatie zal daar weer bij aanhaken.

      Wat ik trouwens wel mooi vind anno 2021 is dat Augustinus een Berber was. De oorspronkelijke bewoners van Noord-Afrika, vóór de Arabische verovering. De Berbers hebben nog lang vastgehouden aan hun Christelijk geloof, tot de Islam ook hen opgelegd werd. Ze hebben hun eigen taal en kunnen vaak de Koran niet eens lezen. Er wonen zo’n 300.000 Berbers in Nederland, al noemen we hen meestal Marokkanen. Het kan een eye-opener voor hen zijn te horen dat één van grootste denkers aller tijden één van hun was. Meestal weten ze niet dat ze christelijke roots hebben… In Algerije keren in sommige streken Berbers weer terug tot het Christelijk geloof, waarvan Augustinus zo intens getuigd heeft.

      Uitgelicht

      Sneeuw

      “Ken je de voorraadkamers van de sneeuw?” (Job 38: 22)

      Dat is een vraag van de Almachtige God aan het adres van de met stomheid geslagen Job. Eén van de vragen uit dat grandioze hoofdstuk dat inzet met de vraag: ‘Waar was jij toen Ik de aarde grondvestte?’ Want wij hebben talloze vragen aan de HERE (die we vooral ook mogen stellen!), als we maar beseffen dat Hij ook veel vragen heeft aan ons…

      Hoe dan ook, één van die vragen gaat dus in op het wonderlijke verschijnsel van sneeuw.  Natuurlijk valt sneeuw weerkundig en natuurkundig prima te verklaren: neerslag in de vorm van ijskristallen. Maar als je het wonder daarin niet meer ziet, ben je een beklagenswaardig mens. De verwijzing naar de voorraadkamers van de sneeuw is eerder dichterlijk dan exact natuurlijk, maar dichterlijke taal kan de waarheid vaak meer op de huid zitten dan wetenschappelijke taal…

      Out of the bosom of the Air,
      Out of the cloud-folds of her garments shaken,
      Over the woodlands brown and bare,
      Over the harvest-fields forsaken,
      Silent, and soft, and slow
      Descends the snow.

      (Longfellow)
      Sneeuw bedekt Goeree-Overflakkee
      Goeree in wintersferen

      De sneeuw van februari 2021 zorgde voor een soort speelkwartier midden in coronatijd. Het viel op hoe kinderlijk blij de meeste mensen ermee waren: half Nederland haalde glunderend sleeën en schaatsen weer eens van zolder. Iedereen knapte er zienderogen van op: eindelijk eens wat anders dan lockdown en avondklok… Dat hadden we even nodig. Met sneeuw en op ijs werden heel wat corona-regels overtreden, maar dat was ook wel een keer goed, geloof ik. De boog kan niet altijd gespannen blijven. De ambtenaar die nog even bedacht dat je alleen maar sneeuwballen mocht gooien naar huisgenoten is letterlijk en figuurlijk gauw weggedoken.

      Een vers pak sneeuw ontroert me altijd weer. Alles lijkt even nieuw. Je wilt meteen naar buiten toe om door deze nieuwe wereld te lopen. Saaie wegen, kale akkers, bladerloze bomen – in één nacht zijn ze omgetoverd tot een witte droomwereld. Vind ik dan… En ik weet heus wel dat in andere delen van de wereld sneeuw een koude moordenaar kan zijn. (Daarom steekt moeder haar gezin bij sneeuwval ook warm in de kleren, juicht Spreuken 31: 21, niet heel genderneutraal 😊) Maar toch! Op het Journaal zag ik een klein meisje helemaal verrukt zeggen dat de witte wereld net een droom leek. Wordt als de kinderen, zegt onze Heer.

      Het Bijbelwoord hierboven uit Job geeft al aan dat sneeuw helemaal niet onbekend is in Israël. Er zijn tegenwoordig skioorden op de hellingen van de Hermon. In Psalm 148 wordt de sneeuw zelfs opgeroepen om de HERE te loven, met alle natuur, dieren en mensen! Vaak staat in de Schrift sneeuw overigens voor een verblindend soort wit, zoals wij dat die paar zonovergoten ijsdagen ook konden zien. ‘Al waren uw zonden rood als scharlaken, ze zullen wit worden als sneeuw’, zo luidt een belofte van de HERE in Jesaja 1. Sneeuw wordt dan ergens een soort sacrament van de vergeving. Engelen, meer nog: ook onze Opgestane Heer Zelf (Openb. 1) – hun verschijning heet wit als sneeuw. Wit staat hier voor zuiverheid en reinheid. Psalm 51 zingt daarvan: ‘Reinig mij, HERE, dan zal ik sneeuwwit voor uw ogen staan.’

      En her en der in de Schrift kan vergeving ook omschreven worden als bedekking van de zonden (Ps. 32 / Rom. 4)! Als bij een vers pak sneeuw worden alle dingen – mooi en lelijk, goed en kwaad, gelukkig en verdrietig – bedekt met een mantel van liefde, vanuit de voorraadkamers van onze Heer.

      Ja, het is maar neerslag, ik weet het. Bij dooi gaat het blubber en zooi geven en al het oude komt weer tevoorschijn. Maar bewaar de ontroering van kinderogen en onthoud het visioen van Gods vergeving!

      Uitgelicht

      “Wee u, land, als uw koning een kind is…” (Prediker 10: 16a)

      Afbeeldingsresultaten voor stars and stripes

      Deze Bijbeltekst schoot me de afgelopen vier jaar – en de afgelopen weken – voortdurend te binnen als ik tamelijk verbijsterd zat te kijken en te luisteren naar de president van de Verenigde Staten. Ik kon maar niet begrijpen waarom de grootste democratie (?) van het Westen in meerderheid (?) een megalomane fantast, leugenaar en stokebrand tot leider had gekozen. De twee vraagtekens geven aan waarom het democratisch bestel van de V.S. zo onder druk staat: je kunt alleen maar gekozen worden als je ontzettend veel geld hebt. En je kunt gekozen worden met een minderheid van de stemmen: Trump had in 2016 2 miljoen minder stemmen dan zijn tegenstander. Democratie is een fragiel begrip, zoals Churchill ooit al mooi verwoordde.

      “Indeed, it has been said that democracy is the worst form of government except all those other forms that have been tried from time to time.”

      (Winston Churchill)
      Bird Button Logo Social Social Media Tweet Twitter Icon, Bird Icon - Twitter  Symbol PNG – Stunning free transparent png clipart images free download

      Een president die voornamelijk regeert door het voortdurend verzenden van tweets, waarin hij mensen uitschold en bevolkingsgroepen tegen elkaar opzette, is goed nieuws voor Rusland, China en Noord-Korea, maar slecht nieuws voor de Westerse wereld. Dus was het een lichtpunt in dat moeilijke jaar 2020 dat Trump in november niet herkozen werd. Natuurlijk zal Donald Trump nooit erkennen dat hij de verkiezingen verloren heeft, al had Biden 6 miljoen (!) stemmen meer. Hij is nl. geen loser en kan dus in principe niet verliezen. Hij blijft maar vasthouden aan zijn eigen werkelijkheid, trouw aan het principe ‘dat elke leugen vanzelf een soort waarheid wordt als je ‘m maar consequent volhoudt’. Waartoe dat leidt hebben we de laatste weken kunnen zien. Wat is democratie eigenlijk nog waard als manipulatie door talloze media mensen dingen laat geloven die evident onwaar zijn? Democratie bestaat bij de gratie van een open debat met op de achtergrond een aantal gezamenlijke overtuigingen. Wat als die gezamenlijkheid uiteenvalt? Dat is echt wel een probleem van deze tijd. ‘Things fall apart, the centre cannot hold’, zei ooit een bezorgde dichter (Yeats) over de moderne tijd. Profetische woorden. Waar is een bezield verband, dat alles bij elkaar houdt?

      Intussen gaat het niet aan om de 74 miljoen (!) Amerikanen die wel op Trump gestemd hebben – meer dan het aantal mensen dat ooit op bv. Obama gestemd heeft! – weg te zetten als een achtergebleven, conservatieve minderheid. Veel van die mensen hadden moeite met de persoon Trump, maar herkenden zich blijkbaar in ideeën van de president Trump. Blijkbaar ervaren veel gewone Amerikanen weerstand tegen snelle veranderingen in de maatschappij en hebben een zo groot wantrouwen tegen de regerende ‘elite’, dat ze veel rare fratsen van een outsider als Trump voor lief nemen en op hem stemmen.

      Dat is een verschijnsel dat natuurlijk niet beperkt blijft tot Amerika. Blijkbaar voelen veel mensen zich niet gezien door de politiek. Men zoekt naar iemand die hen wèl ziet staan en hen serieus neemt. Ook in ons land zie je bij verkiezingen steeds meer protest-stemmers. Mensen die zich klemgezet en bedreigd voelen door ontwikkelingen, waar ze zelf weinig grip op hebben. Groningers in bevingsgebieden die met scheuren in hun huis de prijs betalen voor Nederlands welvaart. Mensen met een gewoon inkomen die geen huis meer kunnen kopen, terwijl huurhuizen schaarser worden. Boeren die moeten rondkomen van hun bedrijf en worden weggezet als klimaatvervuilers. Dat roept boosheid en wantrouwen op. Men gaat stemmen op radicale politici die beloven het totaal anders te gaan doen dan ‘de machthebbers’. Maar net als in de VS valt de uitkomst dan vaak zwaar tegen: Trump is vooral bezig met zichzelf. En onze mini-Trumps als Baudet, Wilders en Krol blijken vooral met zichzelf bezig te zijn en niet met het belang van de mensen die ze zeggen te vertegenwoordigen… Wee het land waar de koning een kind is, zei Prediker ooit al somber.

      Ik ben niet blij met de nieuwe president Biden omdat hij een Democraat is: geen idee waar ik in zo’n 2-partijenstelsel op zou moeten stemmen! (Gelukkig hebben wij in ons systeem, hoe versplinterd ook, meer keuze straks in maart.) Ik vertrouw, hoop, bid alleen maar dat hij elementair fatsoen weer in ere herstelt en probeert een verdeeld volk weer te verbinden. Dat zou al heel wat zijn! En die taak is al zwaar genoeg, zeker voor een 78-jarige. En eigenlijk is dat wat democratieën hard nodig hebben, aan gene en deze kant van de oceaan: volksvertegenwoordigers met een dienend karakter, die omzien naar de kleinen en de kwetsbaren en zichzelf niet uitvergroten. Het profiel van de koning in Psalm 72 is altijd actueel!

      Hij zal de redder zijn der armen,
      hij hoort hun hulpgeschrei.
      Hij is met koninklijk erbarmen
      hun eenzaamheid nabij.
      Hij helpt, met hun bestaan bewon,
      die zijn in vrees verward.
      Hun bloed is kostbaar in zijn ogen.
      Hij draagt hen in zijn hart.